50
3
loozenkas in aanmerking kwamen door de omstandigheid, dat
zij gedurende 3 of 4 achtereenvolgende jaren over het in het
reglement der kas bepaalde maximum aantal dagen uitkeering
ontvangen hadden of doordat zij na het tijdstip, waarop zij in
een kalenderjaar of kalenderhalfjaar uitgetrokken waren, een
door het reglement der werkloozenkas bepaald aantal weken
moesten wachten of werken in het bedrijf kwamen in onder
steuning volgens onderstaand tarief:
1. kostwinners f 13,50 per week, benevens f 1,50 per week per
gezinslid boven 2 personen, tot een totaal maximum van f 21,
2. kostgangers f 10,per week.
Van de inkomsten van werkloozen en eventueel van hun
gezin werd 2/3 in mindering gebracht op den steun, behoudens
dat vermindering van steun niet plaats had, wanneer de in
komsten verkregen werden door uit werken gaan van echtge-
nooten van werkloozen uit gezinnen met één of meer kinderen,
voorzoover deze inkomsten een bedrag van f 5,per week niet
te boven gingen. Bijslagen werden toegekend in gevallen van
hooge huishuur; ook is aan kostwinners in den winter een
brandstofbijslag in natura verstrekt.
De betrokkenen moesten op het tijdstip hunner steunaan
vraag gedurende ten minste één jaar inwoner van de Gemeente
zijn. Wie gedurende twrne jaren geen of bijna geen werk hadden
verricht in eigen beroep, werden van de regeling uitgesloten.
Steunbedragen van minder dan f 3,— per week werden niet
toegekend.
De vaststelling van de steunbedragen dezer steunregeling
(de toekenning van bijslagen op kasuitkeeringen inbegrepen)
in individueele gevallen berust bij het Bestuur van Maatschap
pelijk Hulpbetoon, terwijl een commissie uit de vakcentrales
aan het Bestuur advies uitbrengt in gevallen, waarin vakver-
eenigingen tegen een door het Bestuur genomen beslissing
bezwaar hebben. De steunverleening geschiedde door bemidde
ling van de vakvereenigingen.
Niet tegen werkloosheid verzekerden en zij, die lid eener kas
waren, maar ten aanzien daarvan nog niet trekgerechtigd
alsmede zij, die ingevolge de aangeduide bijzondere beperkingen
van de steunregeling waren uitgesloten werden door Maat
schappelijk Hulpbetoon als armlastigen gesteund.
In bovenstaande regeling zijn met ingang van 29 November
1930 de volgende wijzigingen gebracht:
le. het maximum steunbedrag voor uitgetrokkenen van
f 21,per week kan, in geval toekenning van huurbijslag daar
toe aanleiding geeft, worden opgevoerd tot f 22,50;
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.