9
2
de door de Gemeente ingevolge de steunregeling verstrekte derde
hypotheken, welke als zoodanig na de waardedaling der onder
panden nagenoeg alle ongedekt waren te achten, alle in rang
tweede geworden. Voor de positie van het Noodhypothekenfonds
is dit eene aanmerkelijke verbetering.
De rentevoet der eerste hypotheken van de Hypotheekbank
(erfpacht), welke bij het begin van het jaar 5% bedroeg, daalde
met ingang van Mei tot 5!4 en kon in October tot 5 worden
verlaagd. De andere in het verslag genoemde rentetypen be
troffen afwijkende gevallen. Bij het Rijkshypothekenfonds (eigen
grond) was de rentevoet 5 tot in October en daarna 4%
terwijl 1 provisie in rekening werd gebracht.
De in 1924 getroffen maatregel om de periodieke aflossing
van de eerste hypotheken over te brengen naar de op hetzelfde
onderpand verstrekte derde hypotheken leidde ook dit jaar tot
eene aanmerkelijke daling van deze crisishypotheken. Het totaal
der uitstaande leeningen van het Noodhypothekenfonds daalde
met ruim f 150.000,
De afwikkeling der door de Hypotheekbank verstrekte bouw-
credieten verliep geregeld en leverde ook dit jaar geenerlei
bezwaar op.
De in 1929 aangevangen aanleg van het stratenplan „Oost-
broek” (le gedeelte), voor de kosten waarvan aan de betrokken
bouwgrondmaatschappij uit het Rijkshypothekenfonds een cre-
diet was toegestaan (zie verslag 1928, blz. 2) had geregeld voort
gang.
De exploitatie-uitkomsten waren bevredigend. De exploitatie-
winsten bedragen te zamen rond f 112.000,terwijl ten bate van
het Noodhypothekenfonds bovendien een bedrag kwam van
f 50.000,door borgen betaald ter zake van in vorige jaren ge
leden verliezen.
Aan de reserves van de Hypotheekbank en het Noodhypothe
kenfonds kon onderscheidenlijk rond f 75.200,— en f 61.300,
worden toegevoegd, ten gevolge waarvan zij op 31 December
1930 bedroegen rond f 491.600,en f 167.000,
In den loop van het jaar werden de verordeningen betreffende
de hypotheekinstellingen herzien. Den 24sten November stelde
de Gemeenteraad vast eene „Verordening op de Gemeentelijke
Hypotheekbank, het Rijkshypothekenfonds en het Noodhypo
thekenfonds”, welke de grondbepalingen bevat, terwijl de voor
schriften betreffende het financieel en comptabel beheer, voor
zooveel noodig gewijzigd en aangevuld, opgenomen werden in de
dienzelfden dag vastgestelde „Verordening op het beheer van
bedrijven der gemeente ’s-Gravenhage”. Ingevolge eerstgemelde
VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.