26
HOOFDSTUK IV.
GELDMIDDELEN.
Rekening 1929.
f
Batig slot f
2.546.869,69 Nadeelig slot f
16.369.038,38
44.367,95
16.324.670,42
Begrooting 1931.
65.567.294,29
Batig slot
f
63.736,94
Gemeenteschul-
den.
Aid. II (Kapitaaldienst).
f 66.556.624,99
66.492.888,05
Kapitaaldienst.
165.624.847,91
181.993.886,29
Naar de laatste aan
In 1930 zijn de volgende leeningen gesloten:
A. Schulden wegens leeningen, aangegaan met derden,
f 5.000.000,a 4’/2 aangegaan met het algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds tegen den koers van 97%
f 10.000.000,— a 4 in obligation van f 1.000,en f 500,ge
plaatst met gebruikmaking van een bankconsortium. De koers
van uitgifte was 97’/s
zoodat het nadeelig saldo van den kapitaaldienst
groot isf 16.369.038,38
Volgens de door den Gemeenteraad vastgestelde begrooting
voor het dienstjaar 1931 is het geraamd bedrag der:
Afd. I (Gewone dienst).
ontvangsten f 65.567.294,29
uitgaven
de Gedeputeerde Staten ter vaststelling
toegezonden rekening over 1929 van de gemeente ’s-Graven-
hage bedroegen in dat jaar:
Gewone dienst.
de ontvangsten f 66.162.168,02
de uitgaven 63.615.298,33
Over het vermoedelijk batig slot 1929 werd ten bate van den
dienst 1930 beschikt tot een bedrag van f 1.098.460,64, terwijl het
restant ad f 1.448.409,05 op de begrooting voor 1931 als reserve
wordt overgebracht naar den kapitaaldienst. Deze reserve dient
tot dekking van eventueele tekorten van den gewonen dienst;
na de storting van het genoemde restant van het batig saldo van
den dienst 1929 bedraagt de reserve f 2.474.590,42.
Wat den „kapitaaldienst” betreft bleef te ver
halen een bedrag, grootf
op de posten „Geldleening” en „Geldopneming
van eigen fondsen” van de verschillende
hoofdstukken werd in totaal
minder ontvangen dan tot dekking van ver
schillende buitengewone uitgaven noodig was,