14 2 Badinrichting. Bewoning. aan- Gedrag der bewoners. klasse naar een le klasse woning, terwijl 9 gezinnen van een 3e klasse naar een le klasse woning konden worden overgebraeht. Wegens groote bijdrage-schuld werden 2 gezinnen van een le klasse naar een 2e klasse woning overgeplaatst en een gezin, waarvan de middelen niet toereikend waren, werd van een le klasse naar een 3e klasse woning teruggebracht; wegens bijdrage-schuld moest een gezin vanuit een 2e klasse weer een 3e klasse woning betrekken. Het nemen van een bad geschiedde in bijna alle gevallen geheel vrijwillig. Dat sproot voort uit het feit, dat de bewoners het baden meer en meer als vanzelfsprekend zijn gaan beschou wen. Slechts in enkele gevallen, waar verwaarloozing van het lichaam stond te vreezen, werd met klem gewezen op het bestaan van de badinrichting, waarna dan een bad werd genomen. Na het in gebruik nemen van de school aan den Winterweg doet de badinrichting tevens dienst als schoolbad voor de kin deren onder leiding van het onderwijzend personeel. De bemoeiingen met de bewoning eischten meer aandacht en zorg dan ooit te voren. Het op juiste wijze besteden van een wekelijksch inkomen door gezinnen, die nooit of in geen jaren geregelde inkomsten hebben gehad, moet geleerd worden. Ten einde excessen te ver mijden, is het daarom noodig de bewoners met raad en daad te steunen en te leiden. De reclassabele gezinnen hebben ten gevolge van de opschui ving naar een woning van een andere klasse zich telkens opnieuw te installeeren in een andere woning. Blijven voor die gezinnen deze bevorderingen noodzakelijke oefeningen in bewoning, ze zijn voor de dagelijksehe leiding bronnen van voortdurende zorg. Op het gedrag der bewoners kon in 1930, in het algemeen ge sproken, met tevredenheid worden teruggezien. Baldadigheid, het door verregaande slordigheid of door gebrek aan zorg ver waarloozen van de huizen, kwam zoo goed als niet voor. De zij het zeer primitieve beplantingen werden ook dit jaar weer aangelegd en onderhouden zonder directe kosten aan de Stichting te veroorzaken. Dit voorbeeld vond op groote schaal navolging en is dus als zeer geslaagd te beschouwen. Op de meeste plaatsen hebben de bewoners in hun tuintjes grasranden gemaakt met hier en daar wat bloemen. Hoeveel aan vriendelijk heid daardoor het geheel won, leerde de aanschouwing. Het gedrag der bewoners buiten de Stichting gaf geen leiding tot bijzondere zorgen. Een niet onbelangrijke groep der bewoners de rijpende jeugd vraagt meer en meer onze aandacht; zij zal zonder de VERSLAG DER STICHTING CONTRÖLEWONINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 355