14 5 beter gesitueerden wonen, leverde dit bedrag geen bezwaar op om een abonnement af te sluiten. Tot uitbreiding van dit werk kon om finaneieele reden niet worden overgegaan. Het aantal abonné’s van de portiekreiniging bleef regelmatig Portiekrei- toenemen en steeg in 1930 met 1552, zoodat dit per 31 December niging. 1930 bedroeg 6440. Een van de redenen dezer belangrijke toene ming is wel, dat de dienst prima werk leverde en dit in vrijwel volmaakte regelmaat werd uitgevoerd. Dit was mogelijk, omdat de kern van geroutineerde werklieden steeds grooter werd. Als een gemis blijft hier gevoeld het ontbreken van nog een tweetal auto’s voor het vervoer van personeel en reinigings- benoodigdheden. Dat in dit gemis nog voorzien moest worden door het huren van bakfietsen, is uit een reelasseerings- en be- drijfsoogpunt niet bepaald ideaal gebleken. Het huren van bak fietsen maakte noodig de uitzending van vele kleine groepjes werklieden en daardoor een zeer moeilijke en kostbare controle. Ook bij de glazenwasscherij stijgt het getal abonné’s voortdu- Glazen ren d; dit bedroeg per 31 December 1930 1445 en was dus toege- wasscherjj. nomen met 442. Verschillende factoren werkten hier remmend op een vol ledige ontplooiing. De eerste is wel, dat men het personeel hier voor eerst na lange en zorgvuldige voorbereiding kan aanwijzen. Als tweede geldt, dat de opzet blijft voorzitten, dit werk als een aanvullenden dienst op de andere diensten uit te voeren. Als derde maar niet onbelangrijkste factor moet genoemd worden, het gebrek aan geldmiddelen. Het aanschaffen van een voldoend aantal ladders met ladderwagens zou een belangrijke uitgave vorderen. Door de tewerkstelling van deze arbeiders vooral was het, dat de beteekenis van ons reclasseeringswerk het allerbest naar buiten bleek. Moeilijke opdrachten werden onberispelijk uitge voerd. Bij herhaling werd de dienst uitgenoodigd door groote instellingen tot het doen van prijsopgave onder mededeeling, dat men ons werk wilde steunen. Belangrijke opdrachten werden zoo bekomen. Verschillende arbeiders, waarvan er enkelen de Stichting hebben verlaten, vinden thans weer een plaats in het „vrije bedrijf”. Sommigen waren van meening zonder onze bemiddeling een grooter weekloon te kunnen verdienen. Anderen werd er op gewezen, dat zij boven de doelstelling van ons werk waren uitgegroeid. Vooral voor deze laatste groep zou het wenschelijk zijn, dat wij arbeidsmogelijkheden hadden, welke een meer ge leidelijken overgang mogelijk maakten (Nazorg). VERSLAG DER STICHTING CONTRÓLEWONINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 358