19 6 zweminrich tingen. Oprichting In den loop van het verslagjaar ontving het Bestuur van nieuwe bad- en Burgemeester en Wethouders het verzoek advies uit te brengen over verschillende door hen ontvangen adressen, om in het tekort aan bad- en zweminrichtingen te voorzien. De adressen werden in de bestuursvergadering van 28 Augus tus 1930 ter bestudeering in handen gesteld van een commissie ad hoe, bestaande uit de bestuursleden Mr. Josephus Jitta, voor zitter, Mr. Cost Budde, secretaris, Blokpoel, van Boven, van Langen en Mevr. Ruysch-Douwes Dekker, alsmede den inspec teur van Ameyde. De door deze Commissie uitgebrachte rapporten, waarvan een tweetal bijlagen, t.w. grafische voorstellingen van de toeneming van het aantal zwem- en zeebaden in de laatste 25 jaren in dit verslag zijn afgedrukt, werden in de bestuursvergadering van 21 November 1930 behandeld. Naar aanleiding van de uitgebraehte adviezen hadden Burge meester en Wethouders bij het einde van het verslagjaar nog geen beslissing genomen. VERSLAG VAN DE STICHTING „CENTRAAL BADBEHEER”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 397