30
20
Rekening van het Openbaar Slachthuis over 1930.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer omtrent de
rekening over 1930 het volgende op te merken.
De winst over het algeloopen jaar heeft bedragen f 261.377,41,
terwijl geraamd was f 189.550,
Vergelijking van de baten en lasten met die over 1929 toont,
in afgeronde bedragen, de volgende verschillen aan.
Het totaal der baten bedraagt f 72.600,of bijna 9'/2 meer.
Deze vooruitgang is grootendeels een gevolg van den groo-
teren invoer van buitenlandsch versch rundvleesch.
Meer brachten op: Art. I. „Opbrengst Slachthuis, inch koel
ruimten versch vleesch”, f 70.800,Art. II. „Opbrengst Koel
ruimten diverse waren”, f 1.800,terwijl de overige artikelen
niet noemenswaard verschilden.
Het totaal der lasten wijst f 22.500,— of ruim 3’/2 minder
aan, doordat de onderhoudskosten bijzonder laag zijn geweest.
Minder werd uitgegeven voor: Art. II. „Exploitatiekosten
Koelruimten, diverse waren”, f 400,Art. IV. „Onderhouds
kosten”, f 27.400,en Art. VI. „Renten”, f 600,terwijl meer
vergden: Art. I. „Exploitatiekosten Slachthuis, inch koelruimten
versch vleesch”, f 1.800,Art. V. „Algemeene onkosten” f 3.900,—
en Art. Vil. „Afschrijving”, f 200,
De winsten der bedrijven hebben bedragen: „Slachthuis, incl.
koelruimten versch vleesch”, f 235.514,24, „Koelruimten diverse
waren”, f 17.411,88 en „Ijsfabriek”, f 8.451,29, tegen resp.
f 146.945,50, f 15.355,49 en f 3.925,08 in 1929.
Geslacht werden 108.022 dieren, tegenover 115.062 in 1929 of
7.040 stuks minder.
Ter keuring werden ingevoerd 6.338.210 K.G. vleesch en
vet tegen 2.650.223 K.G. in 1929, een vermeerdering dus van
3.687.987 K.G.
Gevoederd werden 21.273 dieren gedurende 28.387 etmalen
tegen resp. 22.607 en 31.576 in 1929.
De ijsverkoop nam toe van 2.189.625 K.G. in 1929, tot
2.208.575 K.G.
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.