1
32
8
Stormschade.
Plantengroei.
Plantsoen-
banken.
-
Pex, in het Zuiderpark en langs de Breukelenschestraat, ver
meerderde de lengte met 1571 M. en de oppervlakte met 4598 M2.,
terwijl de lengte en oppervlakte met resp. 12 M. en 31 M2.
verminderden door het verwijderen van een verhindingspad hij
den Buitenrustweg, zoodat de lengte en oppervlakte gedurende
1931 vermeerderden met respectievelijk 1559 M. en 4567 M2.
De totale lengte en oppervlakte op 31 December 1930 bedroe
gen 45.299 M. en 143.741 M2.
In de lengte en oppervlakte van de afzonderlijk gelegen
ruiterpaden kwam in het afgeloopen jaar geen verandering. Zij
behielden dus de in het vorige jaarverslag opgegeven lengte
van 3390 M. met eene oppervlakte van 7307 M2.
Het onderhoud van de langs de afzonderlijk gelegen wandel
paden staande zitbanken geschiedde in eigen beheer.
In overleg met de Directie der Gemeentewerken, door wiens
bemiddeling vroeger het verfwerk van een deel der banken
werd verzorgd, werd, bij wijze van proef, dit jaar overgegaan
tot het in z.g. eigen beheer verven van alle bij de Gemeente-
plantsoenen in beheer zijnde banken. Het verrichten van ver
schillende onderhoudswerken aan de banken kan hierdoor
tegelijkertijd worden uitgevoerd, hetgeen mede uit financieel
oogpunt van belang is.
In eigen beheer werd tevens een vijftiental nieuwe banken
aangemaakt, welke werden geplaatst als volgt: 5 op het plateau
aan den Waalsdorperweg; 2 langs het wandelpad langs den
Waalsdorperweg; 2 langs het wrandelpad bij het stoomgemaal
„Hanenburg” en 6 langs het plantsoen in de Breukelen
schestraat.
Op 31 December 1930 waren aanwezig 449 banken.
In de maanden Januari, Juli, Augustus en November van
het verslagjaar kwamen enkele stormen voor, die echter, daar
deze niet in zeer ernstige mate woedden, weinig schade aan de
beplantingen veroorzaakten.
De uit een en ander voortvloeiende kosten, welke f 2810,73
hebben bedragen, konden zonder extra-credietverleening worden
bestreden uit de voor de gewone onderhoudswerken beschikbare
gelden.
Op den drogen herfst van 1929 volgde een winter met zeer
weinig regen- en sneeuwval.
De maanden Januari, Februari en Maart brachten mooi weer
met weinig of geen vorst. Door deze omstandigheden bleef vorst-
schade aan de planten zoo goed als geheel uit en kon veel graaf-
en plantwerk verricht worden, wat vooral de snelle afwerking
van het Zuiderpark ten goede kwam.
VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN.