32 9 Het voorjaar was al te droog. Door den Oostenwind verdor den vele nieuw geplante houtgewassen. De gazons hadden te lijden, te meer daar de uitgestrooide kunstmest onvoldoende diep wegzakte met als gevolg het verbranden der wortels in de bovenste aardlagen. In Juli kwamen de regens los en zette een lange, natte periode in, welke tot in de wintermaanden aanhield. De planten her stelden zich snel, zoodat in den herfst van eenigen achterstand der gewassen geen sprake meer was. In de Westduinen in de omgeving van de Duivelandsehe- straat werden door den Gemeentelijken Reinigingsdienst groote hoeveelheden stadsvuil gestort. Een gedeelte werd reeds in het voorjaar 1930 ondergewerkt. De op de bewerkte terreinen ge plante gewassen toonden een groote groeikracht. In den herfst werd voortgegaan met het verwerken van het stadsvuil en het ligt in de bedoeling om het resteerende in de eerstvolgende jaren onder te werken. Nabij de Fuutlaan werd in den herfst op een nieuwe stortplaats gelost. Ook in het Zuiderpark werd veel stadsvuil aangevoerd; dit wordt echter niet voor meststof ge bezigd, doch dient alleen ter ophooging. De bestrijding der bastaard-satijnvlinder in de Westduinen werd krachtig voortgezet. Desondanks ontstond eenige bescha diging, doch het gelukte om ernstige schade te voorkomen aan de duinbeplanting. De iepziekte eischte weder vele slachtoffers. Verschillende oude beplantingen werden onherstelbaar geschonden. De onderzoekingen naar de verspreiding der ziekte duiden op overbrenging door iepe-spintkevers. Bestrijding van deze insecten is zeer bezwaarlijk. Spoediger tot rooien overgaan van sterk aangetaste boomen wordt aanbevolen, ten einde te voor komen, dat zulke boomen broedplaatsen voor spintkevers worden. De onderzoekingen naar immune soorten van iepen gaven een voorloopig resultaat. Van eenige Aziatische iepsoorten wordt, in verband met ge bleken mindere vatbaarheid voor de ziekte, meer aangekweekt op de stadskweekerijen. De tijdelijke kweekerij op de speelweide van het Zuiderpark werd grootendeels in den herfst en winter ontruimd. De jonge planten zullen naar de blijvende kweekerij in hetzelfde park overgebracht worden. De volgroeide houtgewassen zullen een plaats vinden in de nieuwe aanplantingen. 1930 kan aangemerkt worden als een gunstig jaar, waarin door de weersomstandigheden van de wintermaanden veel werk uitgevoerd kon worden. VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 671