Bijlage 37
COMMISSIE VAN BIJSTAND.
4
PERSONEEL.
Op den 31en December 1929 waren werkzaam 73 ambtenaren. Ambtenaren,
In den loop van het jaar zijn af gevoerd: 1 bureauchef A wegens
overplaatsing naar den Geneeskundigen en Gezondheidsdienst
en 2 machinisten B, die zijn ontslagen onder toekenning van
wachtgeld. Overleden zijn 1 magazijnmeester C en 1 machinist B.
Het aantal verminderde derhalve met 5, zoodat het aantal amb
tenaren op 31 December 1930 bedroeg 68 (73), waarvan 1 ambte
naar (machinist B) sedert 10 October 1930 is gedetacheerd bij de
Duinwaterleiding.
Op 31 December 1929 waren in vasten dienst 569 werklieden. Werklieden.
Ontslagen zijn 14 werklieden, waarvan 5 met pensioen, 1 op
verzoek, 5 wegens overplaatsing in een andere functie in Ge
meentedienst, 2 wegens reorganisatie met gelijktijdige aanstel
ling bij de Personeelsreserve en 1 wegens overtreding van art. 55
sub 2 van het Werkliedenreglement. Laatstbedoelde werkman is
VERSLAG betreffende den toestand en de werking van
den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmettingsdienst
van s-Gravenhage over het jaar 1930.
De samenstelling der Commissie van Bijstand onderging in
1930 geen wijziging.
De Commissie bestond op 31 December uit den heer Wet
houder F. N. V. Quant als voorzitter en de heeren J. J. van
Langen, P. J. van Beijeren, Mr. D. J. I. van den Oever en M.
Joëls Jr. als leden, terwijl als secretaris werkzaam bleef de heer
Mr. Dr. J. H. Labberton, Referendaris ter Gemeente-Secretarie.
L
1) De tusschen geplaatste getallen in dit en de volgende hoofdstukken
betreffen de overeenkomstige aantallen voor het jaar 1929.