37
4
Vaste bezetting.
Ziekten en onge
vallen.
Aanvulling
wegens in
compleet.
nadien weder in tijdelijken dienst aangesteld. Overleden zijn
4 werklieden, zoodat in totaal 18 werklieden uit den vasten dienst
werden af gevoerd. Vast aangesteld werden in 1930 8 werklieden.
Het aantal vaste werklieden bedroeg derhalve op 31 December
1930 559 (569).
Verder waren op dien datum in tijdelijken dienst 17 (20)
werklieden.
In het geheel waren dus op het einde van het jaar 576 (589)
werklieden in vasten of' tijdelijken dienst aan het Bedrijf ver
bonden.
De vaste bezetting van den dienst bestond op 31 December uit
552 (542) werklieden.
Het surplus van 24 (47) man boven de vaste bezetting vormt
een soort vaste reserve, welke dagelijks noodig is voor geregelde
aanvulling van het incompleet wegens ziekte, verlof, werkzaam
heden bij den Ontsmettingsdienst enz. Deze reserve wordt naar
gelang van de behoefte dagelijks aangevuld met losse werk
lieden, die door bemiddeling van de Arbeidsbeurs worden ge
zonden. Over het geheele jaar gerekend waren gemiddeld 81 (108)
losse werklieden in dienst.
De wedden en loonen van ambtenaren en werklieden onder-
Wedden, loonen
en arbeidstijden. gjngen jn 1930 geen verandering.
In verband met de ingebruikneming der nieuwe werkplaatsen
en magazijnen werden voor het daarbij betrokken personeel
m.i.v. 10 November, voorloopig voor een proeftijd van 6 maanden,
nieuwe werkroosters ingevoerd.
De wijzigingen betreffen in hoofdzaak:
le. het vervangen van den middagschafttijd van 2 uur door
!6 uur, waardoor de dagdienst te 4!6 uur in plaats van,
zooals tot dusver, te 6 uur eindigt en
2e. het vervallen van den nachtdienst voor het personeel
belast met de dagelijksche revisie van het materieel.
Het staatje op de volgende bladzijde geeft een overzicht van
de in het jaar 1930 (en ter vergelijking in de 3 vorige jaren) voor
gekomen ziektegevallen en ziektedagen.
VERSLAG GEM. REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSDIENST.