37 6 Ongevallen. Ziekengeld. Belooningen. Straffen. In het totaal aantal ziektedagen zijn begrepen 1414’/2 (1403(4) dagen ten gevolge van ongevallen n.l. 1268’4 dagen wegens 85 ongevallen voorgekomen in 1930 en 146 dagen wegens ongevallen welke reeds vóór 1930 hadden plaats gehad. Aangegeven werden 115 (167) ongevallen, waarvan 5 (10) door de Rijksverzekeringsbank niet als ongeval zijn erkend. In de overige 110 (157) gevallen hebben de getroffenen in 18 (20) ge vallen het werk niet gestaakt; in 7 (14) gevallen hebben de getroffenen doorgewerkt met vrijstelling van bepaalde werk zaamheden. Van de 110 aangegeven en idoor de Rijksverzekeringsbank erkende ongevallen betroffen 88 het vaste personeel en 22 het losse personeel. In 17 (33) gevallen heeft genoemde Bank alleen schadeloos stelling voor genees- en heelkundige behandeling toegekend, in Uitkeeringen der Rjjksver- zekeringsbank. 88 (93) gevallen bovendien een tijdelijke uitkeering en in 5 (3) gevallen een tijdelijke uitkeering gevolgd door een voorloopige rente. Aan 1 werkman werd in 1930 een voorloopige rente toe gekend wegens een hem in 1929 overkomen ongeval, welke rente in den loop van het jaar weder werd ingetrokken. Aan het einde van 1930 waren 2 (2) werklieden in het genot eener vaste rente, welke hun reeds vóór 1930 was toegewezen. Aan ziekengeld werd in 1930 betaald f 77.121,57 (f 90.590.07). Hiervan is terugontvangen van de Rijksverzekeringsbank aan uitkeeringen f 6.716,10 (f 6.261,94) en van Centraal Beheer aan ziekengeld voor losse werklieden f 2.172,04, zoodat de kosten voor de Gemeente hebben bedragen f 68.233,43 (f 84.328,13). Aan 2 (2) ambtenaren en 19 (12) werklieden werd een eervolle vermelding met gratificatie toegekend wegens 25-jarigen dienst. Verder werd aan 2 (1) werklieden, die ter gelegenheid hunner 25-jarige dienstvervulling in 1915 reeds een eervolle vermelding met gratificatie hadden ontvangen, een tweede gratificatie, thans van f 50,verleend wegens volbrachten 40-jarigen dienst. Aan 39 (31) werklieden werd in het geheel 33 (71) maal straf opgelegd wegens kleine en 12 (5) maal wegens ernstige ver grijpen. Van de kleine (niet ernstige) vergrijpen betroffen 19 (65) te laat komen. Bovendien werden 19 (23) werklieden voorwaar delijk gestraft voor niet ernstige verzuimen. Van deze werd in 8 (20) gevallen in verband roet een nieuwe overtreding de voor waardelijke straf uitgevoerd. In 46 (54) gevallen werd, wegens te laat komen of andere kleine overtredingen voor de eerste maal, volstaan met een mon delinge berisping. Aan 4 werklieden werd voor een niet ernstig VERSLAG GEM. REINIGINGS EN ONTSMETTINGSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 817