38 25 I). Herziening de?- Bouw- en Woonverordening. Op 5 Augustus vroegen Burgemeester en Wethouders het oor deel der Commissie over een voorstel van de Raadscommissie tot het ontwerpen en herzien van de verordeningen, tegen wier over treding straf is bedreigd, van welk voorstel de strekking was, het in gebruik nemen of geven van een gebouw of een gedeelte van een gebouw ook voor een ander doel dan bewoning, van een vergunning van Burgemeester en Wethouders afhankelijk te stellen. Doordat een dergelijke vergunning tot dusverre slechts vereischt werd voor het in gebruik nemen of geven van een als woning te bestemmen perceel, kon b.v. het gebruik van daartoe niet behoorlijk ingerichte perceelen als volkslogement of als stal Het plan tot aanbouw van de 228 gemeentewoningen voor ouden van dagen en voor groote gezinnen, waartoe de Raad in zijn zitting van 12 Augustus 1929 had besloten, (zie jaarverslag 1929) was op het eind van dit jaar in uitvoering. C. Woningbouw. In zijn vergadering van 6 December 1929 nam de Raad het besluit tot vaststelling in het belang der volkshuisvesting van een bouwplan voor de terreinen, gelegen ten Zuidwesten van de Keizerstraat te Scheveningen. Bij schrijven van 19 December 1930 deelden Burgemeester en Wethouders mede, dat het in hunne bedoeling lag de bebouwing van de in dat plan vallende gronden nader in een verordening te regelen. Een ontwerp daar van deden zij de Commissie ter beoordeeling toekomen. De be scheiden werden in handen der betreffende Sub-commissie ge steld, doch een advies is in dit verslagjaar niet meer uitgebracht kunnen worden. Carel van Bylandtlaan, de Oostduinlaan, de Van der Haerstraat en de Bachmanstraat, en door de Emantsstraat, de Oostduinlaan, den Wassenaarscheweg en de Bachmanstraat. Dit hield verband met een door het Rijk voorgenomen vergrooting van het perceel Oostduinlaan 2, welke bouw, wat de bouwhoogte aan de zijde van de Emantsstraat en aan de Van der Haerstraat betreft, in strijd zou zjjn met de bepalingen der Bouw- en Woonverordening, in dien de vroeger vastgestelde grenslijnen van bebouwing ter plaatse gehandhaafd bleven. Op 25 Februari heeft de Commissie aan Burgemeester en Wethouders bericht, dat zij tegen die voorgestelde wijzigingen geen bezwaar had. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 882