38
36
werd niet onvoldoende geoordeeld. Dat de slaapzalen niet geven
tileerd konden worden zonder dat de slapenden daarvan hinder
ondervonden, werd tegengesproken. Burgemeester en Wethou
ders merkten voorts nog op, dat, aangezien een inrichting als
de onderhavige met zeer beperkte geldmiddelen moet werken,
zij van meening waren, dat er op het oogenblik geen voldoende
aanleiding bestond om de door de Commissie voorgestelde voor
zieningen te eischen.
Dit antwoord gaf de Commissie aanleiding om andermaal
over deze aangelegenheid een schrijven tot Burgemeester en
Wethouders te richten. Daarin heeft zij opgemerkt, dat in het
bedoelde tehuis voor dakloozen de toestand nog altijd onbevre
digend genoemd moest worden, al was inmiddels een privaat
inrichting gemaakt, die op het gemeenteriool werd aangesloten
en van electrische verlichting werd voorzien. Zij wees er op, dat
één privaat voor 21 mannen en het in de inrichting aanwezige
personeel beslist onvoldoende en de ligging van het privaat ten
opzichte van de slaapzalen zeer onpraetisch is. Voorts werd ver
wezen naar de Rotterdamsche verordening op logementen, her
bergen, slaapsteden enz., die o.a. de bepaling inhoudt, dat voor
elke 10 personen en in ieder geval op elke verdieping één privaat
aanwezig moet zijn, dat alleen toegankelijk mag wezen door een
goed geventileerde gang of portaal. Ook de met betrekking tot
de ventilatie der slaapzalen gemaakte opmerking werd weer
sproken. De wenschelijkheid, om het aanbrengen van verbeterin
gen te eischen, werd opnieuw bepleit, daarbij de opmerking
makende, dat de Commissie zich niet kan vereenigen met het
standpunt, dat verbeteringen niet gevraagd kunnen worden met
het oog op de beperkte geldmiddelen, waarover de inrichting
beschikt.
Een Sub commissie, die ook in andere tehuizen voor dakloo
zen naar de aldaar heersehende hygiënische toestanden een
onderzoek had ingesteld, bracht in de Januari-vergadering een
rapport uit, waarin hare bevindingen ter zake waren neergelegd.
Een vijftal inrichtingen had zij bezocht. Naar aanleiding daar
van schreef de Commissie op 25 Februari aan Burgemeester en
Wethouders, dat het geven van voorschriften voor nachtver
blijven zeer wenschelijk werd geacht, daar gebleken was, dat de
hygiënische toestanden wat betreft: inrichting der slaapver
trekken, reinheid van de bedden, toestand van de waschgelegen-
heden en der privaten, verwarming, verlichting en aanwezige
luchtruimte, in meerdere der te dezer stede bestaande nachtver
blijven onvoldoende moeten worden geacht.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.