38 49 installatie voor chloreering van het bassinwater. Niet twijfelende of de zuiverheid van het water zou na voltooiing van de filter- verbouwing aan redelijke eischen voldoen, verzocht het Bestuur de Commissie andermaal een bezoek aan hare inrichting te brengen na ontvangst eener daartoe strekkende uitnoodiging, teneinde opnieuw een oordeel over het water uit te kunnen spreken. De Commissie heeft die uitnoodiging nog steeds niet ont vangen. Bij schrijven van 18 Maart vroegen Burgemeester en Wet houders advies in zake plannen voor den aanleg eener zuigleiding van het pompenhuis bij het zwembad in het Zuiderpark naar een op ongeveer 100 M. afstand daarachter gelegen vijver. Daardoor zou het mogelijk worden het bassin na schoonmaak te vullen met water uit dien vijver wat in één week zou kunnen geschieden, terwijl voor de vulling met nortonpompwater thans vier weken noodig zijn en om de filters met vijverwater in plaats van met bassinwater terug te spoelen. Alvorens een oordeel over die plannen te vestigen heeft de Sub-commissie voor bad- en zweminrichtingen een onderzoek ter plaatse ingesteld, waarbij zij voortreffelijk werd voorgelicht door den Heer Verwaal, leider van de zweminrichting in het Zuider park. Nadat zij in de op 21 Maart gehouden vergadering daar over verslag had uitgebracht, zijn de plannen andermaal bespro ken in de April-vergadering, die bijgewoond werd zoowel door den Heer Doorenbos, Directeur van den Dienst van Gemeente- plantsoenen als door den Heer Baert, Inspecteur van de Volks gezondheid, o.a. belast met de zaken, rakende de hygiëne van bodem, -water en lucht. De Sub-commissie bracht toen een rap port uit, dat later nog aangevuld werd met de uitkomsten van een chemisch en bacteriologisch onderzoek zoowel van het vijver water als van het thans voor vulling van het bassin gebruikt wordende pompwater, verricht door de twee leden-apothekers der Op de literatuur, die over het optreden van ooglidontstekin gen na het nemen van zwembaden, de z.g. zwembadcon junctivitis, in de laatste jaren verschenen was, heeft een lid der Commissie in de vergadering van 13 Juni nog eens de aandacht gevestigd. Hij wees er daarbij op, dat geen absolute zekerheid verkregen is, dat de bedoelde ooglidontsteking inderdaad door het zwembad- water veroorzaakt wordt. Chloreering van het bassinwater beval hij echter ook voor dit geval als doeltreffend ontsmettingsmid del aan. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1930 | | pagina 906