38
62
Bijlage D.
Aan
de Gezondheidscommissie
te ’s-Gravenhage.
De Sub-commissie, die tot opdracht kreeg te onderzoeken,
hoe de verontreiniging van de straten is tegen te gaan, heeft
de eer Uwe Commissie het hierna volgende te rapporteeren.
De Commissie meende haar taak te moeten vervullen door
na te gaan welke de oorzaken zijn van de verontreiniging der
openbare wegen en straten en vervolgens de middelen te be
ramen, waardoor het euvel kan worden bestreden.
Zij meent, dat de verontreiniging in hoofdzaak veroorzaakt
wordt door:
1°. de verspreiders van reclame-strooibiljetten op den open
baren weg;
2°. de venters, die langs den openbaren weg bloemen, vruch
ten e. d. verkoopen;
3°. het huisvuilnis, dat in ongesloten bakken aan de straat
wordt neergezet vóórdat de Reinigingsdienst het komt
ophalen;
4°. het publiek, dat allerlei „afval” op straat deponeert;
5°. de honden, die vooral de trottoirs met hunne uitwerpselen
verontreinigen.
Daaraan zou nog kunnen worden toegevoegd het uitpakken
van goederen aan den openbaren weg, waarbij een niet onaan
zienlijk gedeelte der emballage op de straat achterblijft; het
uitvegen van winkels, werkplaatsen en andere perceelen; het
tijdens het vervoer op open wagens van puin, zand, aarde, grint
enz. op den weg vallen van een gedeelte van den inhoud van
die vervoermiddelen; het onvoldoende opruimen van af val bij
bouwwerken.
ad 1. Het zal moeilijk zijn dit euvel te keeren, daar met de
maatregelen, die men er tegen zou willen nemen, in den
regel inbreuk zou worden gemaakt op het door de Grond
wet gewaarborgde recht van vrijheid van drukpers.
Art. 17 van de Alg. Politieverordening voor ’s-Gra
venhage verbiedt weliswaar het verontreinigen van
straten of wegen of het strand o. a. door weggeworpen
papier, doch onze rechterlijke macht zou geen straat ver
ontreiniging aanwezig achten door het neerwerpen van
een enkel stuk papier. Waar in den regel ieder voorbij-
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.