38
69
Gedurende de laatste zes jaren werden in deze gemeente de
volgende sterfgevallen aan besmettelijke ziekte aangegeven:
6 I
40 j
Het totaal aantal sterfgevallen 2) bedroeg 4006, tegen 4548 in
1929, waaronder respectievelijk 300 en 300 kinderen beneden den
leeftijd van één jaar.
De bevolking van ’s-Gravenhage bestond op 1 Jan. 1931 uit:
mannen201405
vrouwen241 958
Totaal 443 363 3)
Voor de sterfte aan tuberculose is de volgende staat opge-
steld, waaruit blijkt, dat zich 212 sterfgevallen aan longtuber
culose voordeden, tegen 225 in 1929. Het sterftecijfer voor long
tuberculose, berekend per 10.000 inwoners, bedraagt derhalve
4.84 en in de laatste tien jaren gemiddeld 6.36.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
1929 I 1930
1926
1927 i 1928
1
6
1
1925 1926 1927
1923
1924
1928
1929
212
(6.361
30
46
58
50
55
35
46
41
34
60
371
(8.67)
Totaal aan tuberculose.
(p. 10.000 inwoners)
295
(8.27)
61
o
4
11
2
341
(8.64)
4
20
92
3
11
11
3
2
3
Vlektyphus
Febris typhoïdea
Roodvonk
Diphtheric
Meningitis cerebrospinalis epidemica
Poliomyelitis anterior acuta
Encephalitis lethargica
Variola
Dysenterie
Kinkhoest
Mazelen
Influenza
277
(6.34)
5
9
14
1
2
1
18
32
29
237
(5.75)
30
274
(7.53)
51
5
19
20
252
(6.38)
31
251
(5.97)
36
21
14
222
260
(6.94)
43
27
8
45
7
42
35
252
(6.51)
60
248
(6.15)
26
3
4
8
2
1
18
92
143
344 I 346
(9.19)1 (8.94)1
1930
5
2
3 2)|
Longtuberculose i)
(p. 10.000 inwoners)
Hersentuberculose
Andere vormen van
tuberculose I)
1 Gem.
in de
laatste
110jaren
324 327 342 344
(8.03)1 (7.93)| (8.13)' (8.02)
I 1921
1922
225
(5.25) I (4.84)
79
402
(11.26) (10.19)
Acute miliair tuberculose en chronische gedissemineerde tuberculose
zijn sedert 1925 begrepen onder „andere vormen van tuberculose”, in de jaren
daarvóór onder „longtuberculose”.
Met inbegrip van de sterfte der kinderen, die bij de geboorte leefden,
doch vóór de aangifte overleden zijn.
3) Voorloopig cijfer.
9 Pokken.
2) Waarvan 1 variola major en 2 variola minor.
i 1925