43
I
29
waarbij echter wegens de
kleine aantallen, waaruit de percentages zijn berekend, toeval
nogal eens een rol speelt neemt dus het aantal leerlingen
in den normalen leeftijd bij alle drie richtingen van het Voort
gezet Onderwijs van de laagste naar de hoogste klassen af.
De verschillen tusschen de onderscheidene richtingen van
het Voortgezet Onderwijs komen het duidelijkst tot uitdrukking
door het aantal leerlingen in den normalen leeftijd van alle
klassen te zamen te percenteeren op het totaal aantal leerlin
gen. Deze verhoudingscijfers voor de verschillende jaren volgen
hieronder.
Behoudens eenige afwijkingen
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Klasse
III.
V.
VI.
I.
II.
IV.
n
r>
31
1931
Openbare Gymnasia
Bijzondere Gymnasia
b
Meisjes
r>
b
B
B
Meisjes
b
n
b
b
1927
1928
1927
1928
1927
1928
1930
1931
Aantal leerlingen in den normalen leeftijd in pOt. van
het totaal aantal.
23,2
23,8
26,4
(5,1) 24,2
18,5
23,5
22,2
22,7
37,9
41,7
48,-
34,-
63,9
54,5
42,9
33,5
32,6
37,9
39,6
50,-
61,8
58,8
Jongens.
39,4
40,8
40,1
45,-
45,2
38,7
44,6
42,5
19,7
27,1
19,6
22,3
28,8
25,7
31,7
34,-
43,9
41,9
29,7
25,5
28,3
36,2
25,9
37,2
40,9
33,3
45,9
56,8
22,7
14,6
25,5
20,5
23,9
28,6
15,6
30,3
31,9
42,1
Jongens 15 Sept. 1926
B
B
28,5
28,8
29,1
(6,9) 33,-
38,8 32,9
44,9
49,4
57,6
van het totaal.
Aanvang cursus.
1926/1927
1927/1928
1928/1929
1930/1931
1931/1932
1928/1929
1930/1931
1931/1932
Aantal leerlingen in den normalen leeftijd in pCt.
Meisjes.
44,3
45,-
46,2
47,9
44,9
57,7
53,6
53,6
Tusschen haakjes de percentages voor No. VIL
22,2
27,8
22,5
(4,8)22’8
(3,1) 24,3 26,3 (-)
42,9
38,2
35,3
55,4 50,8 35,1 (28,6) 42,6 21.7
56,3 52,7 42,5 37,1 43,6
Openbare Handelsdagscholen.
15,2
24,6
17,5
15 1927
15 1928
31 Dec. 1930
31 1931
15 Sept. 1926
15
15
31 Dec.
31
Niet berekend wegens te kleine aantallen.
Jongens 15 Sept. 1926
15
15
31 Dec. 1930
31 1931
15 Sept. 1926
15
15 w
31 Dec. 1930
31 1931
Bijzondere Hoogere Burgerscholen .2)
18,9
28,5
25,-
(8.7) 25,6
(6.8) 24,8
28,6
44,3
26,7