43 31 Bij de Bijzondere cursussen is dus het aantal mannelijke en vrouwelijke leerlingen ouder dan 17 jaar naar verhouding grooter dan bij de Gemeentelijke. Opmerkelijk is voorts, dat bij de Gemeentelijke cursussen naar verhouding meer mannelijke dan vrouwelijke leerlingen ouder dan 17 jaar zijn; bij de Bij zondere is de verhouding juist andersom. Bij de Bijzondere cursussen is derhalve naar verhouding het totaal aantal leerlingen zonder betrekking voortdurend kleiner dan bij de Gemeentelijke. Naar den toestand op 31 De cember 1930 en 1931 is evenwel het aantal mannelijke leerlingen zonder betrekking bij de Bijzondere naar verhouding grooter dan bij de Gemeentelijke. Evenals voor den cursus 1930/1931 is voor 1931/1932 nagegaan de herkomst van de leerlingen, voor wie deze cursus (in de le klasse) de eerste bij het gymnasiaal of middelbaar onder wijs was. Een overzicht daarvan volgt in achterstaande tabel, terwijl tusschen haakjes zijn toegevoegd de percentages van het totaal aantal nieuw gekomenen bij de verschillende richtingen van onderwijs. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. (Staat I A.) Vr. M. M. Vr. Tot. H 1 1 1 1928 1929 71,3 63,5 65,2 62,5 73,7 71,3 28,7 36,5 34,8 37,5 26,3 28,7 10,4 12,6 9,5 7,3 7,3 5,4 87, - 77,1 88, - 87,5 87,1 80,1 84,4 80,- 82,- 81,4 85,3 85,3 3,5 5,9 4,- 6,3 9,9 10,8 6,7 11,9 7,1 8,8 14,6 13,- 22,9 12,- 12,5 12,9 19,9 15,6 20,- 18,- 18,6 14,7 14,7 93,3 88,1 92,9 91,2 88,9 85,4 Gem. Handelscursussen 1 Oct. 1926 89,6 1927 87,4 90,5 92,7 92,7 1931 94,6 Bijz. Handelscursussen 1 Oct. 1926 96,5 1927 94,1 1928 96,- 1929 93,7 31 Dee. 1930 90,1 31 1931 89,2 Aantal leerlingen met betrekking zonder betrekking in pCt. van het totaal aantal. Tot. 1 1 1 31 Dec. 1930 31

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 1064