43 40 de jongens zijn voortdurend hooger Ten aanzien van het dagonderwijs blijkt, dat, gerekend voor alle klassen te zamen, het aantal vertrokkenen naar verhouding het grootst is bij de Openbare Hoogere Burgerscholen; de per centages zijn veel hooger dan die bij de Bijzondere. Van de percentages voor alle klassen te zamen zijn die voor de meisjes veelal hooger dan die voor de jongens. Van een vermindering van het aantal vertrokkenen ge rekend van de laagste naar de hoogere klassen kan, behalve ten aanzien van de hoogste (examen)klasse, niet gesproken worden. Afwijkingen in de percentages zijn vaak veroorzaakt door kleine absolute aantallen. Bij het Handelsavondonderwijs blijkt naar verhouding het aantal leerlingen, dat gedurende het schooljaar den cursus ver laat, belangrijk grooter te zijn dan bij het dagonderwijs; ge rekend over alle jaren verliet ongeveer 1/3 deel van het totaal aantal leerlingen den cursus. In verband met de veelal hooge percentages der vertrokkenen bij het dagonderwijs zij opgemerkt, dat een niet onbelangrijk deel der leerlingen de eene inrichting van onderwijs wegens een der redenen vermeld in staat IV verlaat, om naar een andere gelijkwaardige over te gaan. Ten aanzien van de inrichtingen van openbaar onderwijs kan, voorzoover gegevens zijn ver strekt, het volgende overzicht worden gegeven. De percentages voor dan die voor de meisjes; gerekend over alle jaren ging van de jongens 1/3 deel en van de meisjes bijna 1/4 deel naar een andere gelijkwaardige inrichting van onderwijs. Ook thans nog schijnt geen uniforme opvatting te bestaan omtrent hetgeen dient vermeld te worden als oorzaak van het vertrek van een leerling. Daarom moet vergelijking van de vol gende cijfers met eenig voorbehoud geschieden. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. l) Zonder H.B.S. no. III. Jongens. 372 3£8 407 300 363 Meisjes. 58 60 51 80 74 Jongens. 33,3 26,4 36,9 36,3 32,8 In pCt. Meisjes. 21,8 21,2 19,7 33,3 27,6 1926/1927 1927/1928 1928/1929 1929/1930 1930/1931 Meisjes. 266 283 259 240 268 Hiervan gingen naar een andere gelijkwaardige inrichting van onderwijs. Absoluut. Jongens. 124 105 150 109 119 Aantal leerlingen, dat de school verliet.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 1073