45 2 De inventariseering van het administratief archief der Ge meente tusschen 1816 en 1851 werd regelmatig voortgezet. Van de Collectie Varia, dat struikelblok voor definitieve ordening, werden ongeveer 150 stukken op hun plaats gebracht. De ordening van het nieuwste archief tusschen 1851 en 1871 ■werd nagenoeg voltooid. Ook de ordening van het in bruikleen gehouden archief van het Hooftshof je kwam geheel gereed. Alle nieuw verworven archiefjes werden beschreven. Daar naast werden 8 verschillende reeds langer hier aanwezige ge deponeerde archiefjes geïnventariseerd. De beschrijving van het omvangrijke archief der Zangvereeniging Cecilia was op het einde van het jaar nagenoeg geëindigd. Met den ficheeringsarbeid werd krachtig voortgegaan. In den loop van het jaar werd de klapper op het begraven geheel vol tooid. Om dezen klapper zoo volledig mogelijk te maken en daar door zooveel mogelijk aan zijn doel te doen beantwoorden werd een onderzoek ingesteld naar wellicht nog in kerkelijke archieven berustende retroacta van den Burgerlijken Stand. Het bleek dat inderdaad bij verschillende kerkgenootschappen dergelijke re gisters aanwezig zijn. Het verzoek om enkele dezer registers tijdelijk op ons archief te deponeeren om daar geficheerd te worden werd door alle kerkelijke autoriteiten hoogst bereid willig toegestaan, met uitzondering alleen van die der Ned. Herv. Gemeente te ’s-Gravenhage, die eischen stelde welke op een weigering neerkwamen. Intusschen werd van de medewer king van de andere kerkbesturen, voor zoover hun archieven daartoe aanleiding gaven, reeds een dankbaar gebruik gemaakt. Het bleek, dat begraafboeken alleen aanwezig waren in het ar chief der Ned. Herv. Gemeente van ’s-Gravenhage, in het archief der Ned. Israëlietische Gemeente en in het archief der Oud- Katholieke Gemeente. Dit laatste boek werd geklapperd en daar na werden trouwboeken van de Waalsche Gemeente, twee Roomsch-Katholieke Kerken en de Ned. Herv. Gemeente van Scheveningen ten archieve gedeponeerd en van deze werd nage gaan welke inschrijvingen in onzen trouwklapper ontbraken of aanvulling behoefden. Een zeer uitvoerig en tijdroovend werk, dat bij het einde van het jaar nog niet voltooid was. Een boek van de Scheveningsche Kerk en een zeer uitvoerig boek van de Kerk aan de Assendelftstraat waren nog in behandeling. De klapper op het begraven kon dus voorloopig als voltooid worden beschouwd en onmiddellijk werd met den klapper op de doopen een aanvang gemaakt. Vijf doopboeken van de Groote Kerk tusschen 1748 en 1784 werden ter hand genomen. Zij waren bij het einde van het verslagjaar nog alle in bewerking. VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 1116