46 6 IV. MUSEUM VOOR MODERNE KUNST. Aanwinsten. Geschenken. De verzameling werd dit jaar met eenige bijzondere aan winsten verrijkt, in de eerste plaats door het legaat van den schilder H. J. van der Weele, den vroegeren voorzitter van de Vereeniging voor Moderne Kunst. Hierdoor werd het bekende prachtige zelfportret van Breitner (met gladgeschoren gezicht en lorgnet) en een fraai schilderij van de Zwart, een zittend model, verworven, verder een der beste werken van den erflater zelf, een koe in een stal en een landschap van denzelfden en twee kleine werken van den jong gestorven Marius Boks. Van zeer groote waarde waren ook de geschenken van de Vereeniging voor Moderne Kunst en wel in de eerste plaats een zeer belangrijk schilderij van Jacob Maris, een Napolitaansch Meisje, geschilderd in 1866, een der beste voorbeelden van dit onderwerp van dien meester, afkomstig uit de verzameling Hoogeveenvan Walchren. Voorts een klein schilderijtje van J. H. Weissenbruch uit dezelfde collectie. Ten slotte het portret van den bekenden Amsterdamschen schildersvriend Jacobus Batavier, door Jac. van Loöy. Waar het uiterst moeilijk is, werk van dezen meester te vinden, is het zeer toe te juichen, dat wij hierdoor juist een buitengewroon belangrijk werk van dezen schrijver-schilder verworven hebben. Verder schonk de Vereeni ging een geestige buitenstudie van Jacob Maris, een schilder onder geboomte aan het werk. Een comité van vrienden van Albert Servaes schonk aan het Museum 3 van diens groote teekeningen, Monniken uit het Klooster te Orval, op gelijke wijze verkreeg het Museum 2 schilderijen van den Zuid-Slavischen schilder Petar Dobrovic, een rotslandschap en een stadje, ter gelegenheid van diens tentoonstelling in Pulchri Studio, terwijl vrienden van den Dordtschen schilder Roeland Lary dezen eerden door een zijner werken, Oude huizen, aan het Museum te schenken. Uit de nalatenschap van Aletta van TholRuys was een stilleven van deze kunstenares en een sneeuwlandschap van haar echtgenoot H. O. van Thol aan het Museum beschreven. Mevr. Guilette Willeumier liet een zeestuk je „de Kust bij Vlissingen”, een der beste werken van den Zeeuwschen schilder J. F. Schütz Sr., aan de verzamelingen na. Door bemiddeling van (waarschijnlijk een loterij) op de Haagsche Riviervischmarkt, door W. Buytewech is daarbij gevoegd. Het in 1930 gestolen schilderijtje van A. van der Venne keerde in dit jaar gelukkig weder in het museum terug. VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 1128