By lage 4/
VERSLAG betreffende den Koninklijken Schouwburg
te ’s-Gravenhage over het jaar 1931.
Aan
Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage.
De Commissie van Beheer was aan het eind van het dienst- Commissie van
jaar samengesteld als volgt: voorzitter Mr. H. P. Marchant, Beheer.
Wethouder van Onderwijs als lid van het Dagelijkseh Bestuur
der Gemeente; leden: Ir. L. J. M. Feber, Mr. A. C. Josephus
Jitta, J. Spiesz en W. H. Vliegen als leden van den Gemeente
raad en Mr. G. A. van Haeften, Mevrouw C. M. van Hille
Gaerthé, Dr. W. W. van der Meulen en D. Peereboom Voller
als leden uit de ingezetenen van ’s-Gravenhage; secretaris: Prof.
Dr. G. A. van Poelje, Chef der afdeeling Onderwijs der Ge
meentesecretarie.
Wegens zijn aftreden als Wethouder en lid van den Ge
meenteraad hield Dr. W. W. van der Meulen op voorzitter te
zijn. In zijn plaats trad op de Wethouder Mr. H. P. Marchant.
Wegens aftreden als Gemeenteraadslid vielen af de leden A.
Harms en A. C. A. van Vuuren. In hunne plaatsen werden
benoemd de raadsleden J. Spiesz en Ir. L. J. M. Feber. Wegens
bedanken door Mr. J. D. Verbroek werd Dr. W. W. van der
Meulen tot lid der Commissie benoemd.
Het personeel bestond, behalve den administrateur, uit:
voor den bureaudienst: 2 personen;
voor den tooneeldienst14 personen; voorts uitsluitend voor
avonddienst 1 of meer avondwerkers naarmate de voorstelling
eischte
voor den algemeenen dienst: 13 personen;
voor den zaaldienst, uitsluitend voor avonddienst: 14 per
sonen,
De toestand van het gebouw met inventaris is in het alge- Toestand van het
meen zeer gunstig. De vloerbedekking in de toeschouwersruimte gebouw met
zal hier en daar binnenkort vernieuwd moeten worden. inventaris.
Personeel.