49 2 c. J. DRIESCHER, Secretaris. Als secretaris was ik van de oprichting der Vereeniging „Zuidersportpark” af belast met de leiding der werkzaamheden op de terreinen. Bij verschillende gelegenheden is mij gebleken, dat ik dit tot volle tevredenheid van het Bestuur heb gedaan. Deze taak zou 1 Januari 1932 ten einde zijn geloopen, ware het niet, dat ik met ingang van 1 Juli 1930 benoemd ben tot inspec teur van de Stichting „Haagsche Sport- en Speelterreinen”. Al is het dus in een andere qualiteit, al is mijn taak belangrijk uitgebreid, aan de verzorging van de velden, in beheer bij de Stichting, dus ook van het Zuidersportpark, hoop ik nog langen tijd mijn beste krachten te wijden. parkeerterrein, plaats biedende aan ruim 100 auto’s, werd bij wedstrijden druk gebruik gemaakt. Door de aanschaffing van een drievoudige maaimachine werd het mogelijk, de velden in zeer korten tijd te maaien, het geen voor een terrein van 12 H.A. van groot belang was. Ten einde de sloot rondom het sportpark in den winter op laag peil te houden, werd het overtollige water daaruit gemalen. Voor het eerst moesten de bemalingskosten, groot f 1266,65, aan den dienst van Gemeentewerken worden betaald. Hoewel daarop bij het opmaken der begrooting niet kon worden gerekend, kon dit bedrag uit de inkomsten worden voldaan. Het financieel verslag wordt op de volgende bladzijde aan getroffen. VERSLAG VAN DE VEREENIGING „ZUIDERSPORTPARK”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 1163