7 3 Forensen. gehuwde aan- geslagenen; aantal kin deren. verdeeling van het aantal aan slagen, het zuiver en be lastbaar inko men en de opbrengst in groepen. in het belastingjaar 1930/31 16.396 bedroeg. Hiervan maakten de vermogens tot f 50.000,— 50 uit, van f 50.000,tot f 100.000, 21 van f 100.000,— tot f 500.000,— 24 en boven f 500.000,— 5 Het gemiddeld vermogen per aangeslagene bedroeg rond f 130.000,—. De staten II en Ila geven een overzicht van het aantal Ongehuwde en ongehuwde en gehuwde aangeslagenen, alsmede van het aantal minderjarige kinderen, dat voor aftrek in aanmerking is ge komen. Blijkens staat Ila was over 1930/31 het totaal der aanslagen van ongehuwden 51.997 en dat van gehuwden 65.241, terwijl het totaal der kinderen, dat voor aftrek in aanmerking kwam, be droeg 93-002. Over 1929/30 bedroegen deze cijfers respectievelijk 49.561, 62.913 en 91.302, zooals uit staat II blijkt. Staat III toont aan de verhouding, uitgedrukt in percenten, Percentsgewijze van het aantal aanslagen, het zuiver en belastbaar inkomen en de opbrengst der belasting naar groepen van inkomens. Wat betreft het belastingjaar 1929/30 kan worden vermeld, dat het aantal aanslagen tot een zuiver inkomen van f 10.000, 95 van het totaal bedroeg en die van f 10.000,en daar boven te zamen slechts 5 De opbrengst der belasting van de aanslagen tot f 10.000, zuiver inkomen was 43 en van die boven f 10.000,57 verdeeld als volgt: van f 10.000,tot f 50.000,±31%, van f 50.000,tot f 100.000,11 en van f 100.000,en daarboven 15 van het totaal. In 1930/31 bedroeg het aantal aanslagen tot een zuiver in komen van f 10.000,95 van het totaal en die van f 10.000, en daarboven te zamen 5 evenals in 1929/30. De opbrengst der belasting van de aanslagen tot f 10.000, zuiver inkomen was ±43 en die boven f 10.000,— ±57 ver deeld als volgt: van f 10000,tot f 50.000,±31%, van f 50.000,— tot f 100.000,-11 en van f 100.000.en daarboven 15 van het totaal; ook deze percentages zijn gelijk aan die in 1929/30. De staten IV en V geven een overzicht van de forensen. Staat IV geeft over de belastingjaren 1929/30 en 1930/31 een overzicht van de forensenaanslagen in groepen naar het zuiver en belastbaar inkomen, terwijl uit staat V blijkt, hoeveel werk en woonforensen in omliggende gemeenten wonen, alsmede hun zuiver en belastbaar inkomen. Het gemiddeld zuiver inkomen der forensen per aangesla gene was in 1929/30 f 4.767,en het gemiddeld belastbaar in komen f 3.802,— per aangeslagene, in 1930/31 waren deze cijfers respectievelijk f 4.576,en f 3.612, VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 130