7 5 B. 1918 1919 1920/21 1921/22 1922/23 1923/24 1924/25 1925/26 1926/27 1927/28 1928/29 1929/30 1930/31 Belasting op vermakelijkheden. (Zie staten IX en X.) Staat IX geeft een overzicht van de opbrengst dezer belas ting over de laatste 3 jaren. Het jaar 1931 gaf eene vermindering van ruim f 14.000,—. de Inkomstenbelasting zijn de percentages over de jaren 1918 tot en met 1930/31 als volgt: 13) 2.2) 2 13) 1.3) 13) 1.2) 13) 1.3) 13) 1.3) 13) Bij de beoordeeling van vorenstaande percentages is in aan merking te nemen, dat de kwade posten voor elk belastingdienst- jaar afzonderlijk zijn berekend en wel voor zoover zij tot 1 Maart 1932 door het Rijk in rekening zijn gebracht. Overigens zij op gemerkt, dat met ingang van het belastingjaar 1926/27 de Ge- meentebegrooting wordt belast met een geschat percentage van de bruto-kohieren voor kwade posten, ongeacht hoeveel van die kwade posten in het betrokken jaar door het Rijk op de uitkee- ringen wordt ingehouden. Voor het belastingjaar 1926/27 was dit percentage op 9 gesteld, terwijl het met ingang van het belasting jaar 1927/28 tot 6 kon worden teruggebracht; over 1928/29, 1929/30 en 1930/31 is dit eveneens bepaald op 6. Uit het overzicht blijkt, dat het oninbaar bedrag de laatste 6 jaren belangrijk lager geworden is. In de jaren 1922/23, 1923/24 en 1924/25 waren de oninbare posten zeer talrijk, aangezien toen een achterstand in de invor dering over vorige jaren werd ingehaald. Voorts valt op te merken, dat de percentages over de jaren 1928/29, 1929/30 en 1930/31 in latere jaren nog een weinig zullen stijgen, omdat die diensten nog niet zijn afgewikkeld. (verhoudingscijfer 1 VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN. 5» heffing en invordering door de Gemeente. Percentage oninbaar. Percentage ontheffingen en oninbaar te zamen. 5, - 6,1 7,8 5,3 7,5 8,5 6,6 6, - 5,2 4,3 4,1 3,4 3,2 6,6 8,7 12,5 9,7 14,4 15,5 13,8 8,9 6,5 5,- 4,6 3,9 3,6 1,6 2,6 4,7 4,4 6,9 7,- 7,2 2,9 1,3 0,7 0,5 0,5 0,4 heffing en invordering door het Rijk. Percentage ontheffingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 132