7
6
1929
Méér brachten op:
Minder brachten op:
Voor de belastingen genoemd onder h en d trad op 1 Mei 1930
in de plaats een comtributiebelasting of een belasting naar de
waardebepaling ter keuze van de vereenigingen.
Het bedrag, dat in 1931 als contributiebelasting werd geheven,
beloopt rond f 12.400,
Aan entrées werd in 1931 in totaal betaald rond f 5.268.000,—
tegen rond f 5.420.000,— in 1930.
Staat X geeft een overzicht van het aantal door de Gemeente
afgeleverde of gewaarmerkte toegangsbewijzen, met aanduiding
van de soort van vermakelijkheden waarvoor zij zijn afgegeven
en verdeeld naar verschillende groepen van entrée-prijzen, ter
wijl de laatste kolom de bruto-opbrengst der ontvangen belasting
gespecificeerd aangeeft.
Uit dezen staat blijkt, dat ruim 6.293.000 entreebewijzen
werden afgeleverd. Hiervan waren 4.455.000 Gemeenteeoupons,
terwijl 1.837.000 bestonden uit particulier materiaal, dat door
de administratie moest worden gewaarmerkt.
C. Hondenbelasting. (Zie staat XI.)
In staat XI komen voor: het aantal houders van honden ver
deeld naar hun inkomen, het aantal luxe- en bedrijfs- en waak
honden en de opbrengst der belasting over de jaren 1928, 1929,
1930 en 1931.
Het totaal aantal honden, waarvoor aanslagen werden opge
legd, was in 1929 17.008, in 1930 17.552 en in 1931 17.788.
De bruto opbrengst der kohieren bedroeg in 1929 rond
f 112.985,—, in 1930 rond f 124.501,en in 1931 rond f 121.752,
Ondanks het feit, dat het aantal honden vermeerderde, ver
minderde de opbrengst der belasting met rond f 2.750,deze
vermindering is het gevolg van den lageren aanslag in de In
komstenbelasting welke over het vorig belastingjaar aan vele
houders van honden is opgelegd.
De zuivere opbrengst dezer belasting bedroeg over
f 102.212,59, over 1930 f 111.389,73 en over 1931 f 109.680,92.
VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN.
5.600,—
f 5.000,—
56.000,—
ff-
f 6.000,—
34.000,—
8.000,—
3.000,—
1.000,—
a.
b.
c.
d.
e.
de bioscopen
de variétés en kermisvermakelijkheden
circusvoorstellingen
vereenigingen
café’s met muziek
sportwedstrijden
tooneelvoorstellingen enz
h. de belasting berekend naar de oppervlakte voor vereeni
gingen en sportwedstrijden, welke belasting met ingang
van 1 Mei 1931 geheel is vervallen