10 ‘23 dat zijn beesten melk leverden met een zeer laag vetgehalte. Van de 21 koeien, waarvan de mJelk werd gewonnen, -waren er slechts 4, die melk leverden met een normaal vetgehalte nl. ongeveer 3 de overige dieren leverden melk met een percen tage aan vet lager dan 2,5 terwijl er onder deze beesten 6 waren met een vetgehalte der melk lager dan 2,00 nl.: 1,90, 1,85, 1,90, 1,80, 1,35 en 1,25 Dezen melkveehouder-melkslijter is aangezegd, dat de melk van zijn beesten niet als eonsumptie- melk in den handel mag worden gebracht, aangezien zij zelfs niet voldoet aan de matige eischen met betrekking tot de samen stelling van melk in het Melkbesluit gesteld. Een schriftelijke waarschuwing is gezonden aan 76 melkver- koopers, die melk verkochten met een te laag gehalte aan vet, bij deze slijters was meermalen melk bemonsterd met een af wijkend vetgehalte. Indien vermoeden bestond, dat de oorzaak moest worden gezocht in ontroomen of toevoegen van taptemelk, ■werd een verder onderzoek ingesteld. In een vijftal gevallen bleek de melk opzettelijk op de aangegeven wijze vervalscht te zijn, zoodat tegen deze melkverkoopers proces-verbaal is opge maakt. Zij zijn veroordeeld tot geldboeten van f 50,en f 100,—. Met water vervalscht ■waren een kleiner aantal monsters dan verleden jaar. Uit dien hoofde zijn opgemaakt 16 processen verbaal. De hoeveelheden toegevoegd water schommelden tus- schen 820 Het vtervalsehen met water had in 3 gevallen plaats gehad door veehouders, in de overige gevallen had de melkslijter zich voor den rechter te verantwoorden. In eenige gevallen werd de verdachte veroordeeld tot geldboeten groot f 150,resp. f 250,terwijl in één geval het vonnis luidde 14 dagen hechtenis met een proeftijd van één jaar. De reinheidstoestand van de melk was weder verre van be vredigend, wat wel blijkt uit het feit, dat wegens het afleveren van verontreinigde melk 65 strafvervolgingen zijn ingesteld, terwijl aan 41 personen een waarschuwing is gezonden. Bij de melkinrichtingen, grossiers in melk en zuivelfabrieken wordt de melk bij levering gecontroleerd op reinheid, terwijl bovendien van de door de veehouders geleverde melk monsters worden genomen en onderzocht op samenstelling en op strepto- coccen. De reinheidstoestand liet vaak veel te wenschen. Par tijen melk met een geheel onvoldoende reinheidsgraad zijn afge keurd, met een blauwe kleurstof bedeeld en aan de veehouders teruggezonden. Dit toezicht, dat reeds vele jaren op de aange geven wijze plaats vindt, heeft tot het resultaat gevoerd, dat in de gemeenten ’s-Gravenhage en Delft weinig aanmerkingen be hoefden te worden gemaakt, daarentegen moesten vrij belang- VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 176