10
36
24,2
27,0
264
23,9
24,5
27,3
26,3
24,0
24,6
27,0
26,0
23,5
24,4
C.: 1.050—1.078;
de reductie na inversie uitgedrukt als invertsuiker schom
melde tusschen 1214 en was practisch gelijk aan die
vóór inversie; de zuurgraad wisselde tusschen 916 cm3
N. per 100 gr. sap; de alcaliteit der asch van 2.13.5 m3
N. per 100 gr. sap.
5. Van een aantal eieren, welke ten hoogste 2 dagen oud
waren, is de luchtkamer gemeten. Zij bedroeg 2—3.5 mM.
6. Van verschillende vruchten is het gehalte aan pectine
bepaald. Het gehalte aan pectine in zelfbereide appel
sap bedroeg in het sap van z.g. stoofappelen 0,20,3
en in dat van handappelen, welke bij het persen meer
een appelbrei dan een appelsap opleverden: 0,60,8
27,1
26,0
23,7
24,7
4. Veertig monsters zelf bereide druivensap gaven bij onder
zoek de volgende uitkomstenS. G. 15
hooger is dan die van andere melk. Vandaar dat, ter
beoordeeling van de deugdelijkheid van melkpoeder, de
bepaling van den zuurgraad voorloopig een betere maat
staf is dan die van de alcaliteit der asch.
3. Vetbepaling in melkpoeder. Van een aantal melkpoeders
is het vetgehalte met behulp van verschillende methoden
bepaald en wel volgens de methode Weibull, volgens die
van Röse-Gottlieb en van Schmidt-Bondzynski, alsmede
met behulp van de melkpoeder-butyrometer van Teichert
en met de kaas-butyrometer van van Gulik. Gebleken is,
dat de methode Weibull als wetenschappelijke methode
de voorkeur verdient boven die van Schmidt-Bondzynski
en van Röse-Gottlieb; de laatste is bovendien vrij om
slachtig en tijdroovend. Als practische methode geeft de
methode met de melkpoeder-butyrometer van Teichert
zeer bevredigende uitkomsten en is te verkiezen boven die
met de kaas-butyrometer van van Gulik.
Er werd geen verschil in uitkomsten verkregen zoo bij
de methode Weibull de extractie plaats had met aether
dan wel met petroleumaether. Hier volgen enkele cijfers:
27,2
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Röse-Gottlieb
Weibull
v. Gulik
Teichert
Schmidt-
Bondzynsky