12 9 De storting van stadsvuil in de Delflandsche duinen gaf een Van meer belang was een klacht, door een slager te dezer stede aangebracht, over den onvoldoenden afvoer van beende ren, die niet voor consumptie geschikt zijn. Bij navraag bleek, dat zeer vele slagers te klagen hadden over een opeenhooping van beenderen in hunne werkplaatsen wat vooral bij warm weer aanleiding tot stankverspreiding gaf doordat deze afval niet vaak genoeg weggehaald werd. Terwijl in vroeger tijden de slagers die beenderen ook wel lieten wegbrengen naar lompen handelaars, was na oprichting der z.g. „Nederlandsche Been derencentrale” een overeenkomst met de twee hier te lande be staande beenderenfabrieken afgesloten. Daarbij werd bepaald, dat de slagers uitsluitend aan die fabrieken hun afval van beenderen zouden leveren, welke afval van wege de fabrieken zou worden weggehaald. Dat weghalen nu bleek bij meerdere slagers niet vaak genoeg te geschieden. Een der Sub-commissies heeft eene bespreking over deze aangelegenheid gehad met een bestuurslid van genoemde „Been- deren-Centrale”, een vertegenwoordiger van de betrokken fabriek en den slager, die zich het eerst met de klacht tot de Commissie had gewend. Op die bijeenkomst is gebleken, dat inmiddels reeds aan vele van de bezwaren tegemoet gekomen was. De Commissie achtte daarom vooralsnog geen termen aan wezig om zich ter zake tot het Gemeentebestuur te wenden. ergen hinder van paardenmest, die nabij hunne woningen op Haagsch terrein aan de Broeksloot door een mesthandelaar op geslagen werd. De Commissie heeft aan de verschillende klagers doen weten, dat zij hun bezwaren over dezen voor hen zeer ongewenschten toestand behooren in te dienen bij de Gezond heidscommissie, tot welker gebied de gemeente Voorburg be hoort. Ook dit jaar is door een omwonende wederom geklaagd over stank van mest, liggende op terrein van het Circus te Scheve- ningen. Nadat dezerzijds verzocht was voor geregelden afvoer van den mest zorg te willen dragen, hebben geen nieuwe klach ten daarover de Commissie bereikt. Het plaatsen van bussen met varkensvoer en koemest in een poort, gaf een bewoner van de Ohmstraat, wiens woning aan die poort grenst, aanleiding tot klagen over stank. Bij het onderzoek, dat meermalen werd herhaald, is de indruk ver kregen, dat de klacht zeer overdreven was, daar de goed afge sloten bussen dagelijks weggehaald werden. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 248