12 12 D. Begraafplaatsen. Hieromtrent valt niets te vermelden. Het in den vorigen zomer in de Scheveningsche haven lig gende stoomschip, waarop visch tot vischmeel werd verwerkt zie jaarverslag 1930, bladz. 16 heeft geen aanleiding tot stank- verspreiding meer gegeven. De inrichting is niet meer in wer king gesteld, daar de Kroon bij beschikking van den 22sten Januari 1931 het beroep, ingesteld tegen het besluit van Burge meester en Wethouders van ’s-Gravenhage, waarbij voortzetting der werkzaamheden verboden werd, ongegrond heeft verklaard. Stank, afkomstig uit haringpakhuisjes, waarvoor in meerdere gevallen onbewoonbaarverklaarde perceelen dienst deden, was bij herhaling aanleiding voor omwonenden om een klacht bij de Gezondheidscommissie in te dienen. Door tusschenkomst van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht is in alle gevallen, waar zulks noodig was, de toestand van vervuiling opgeheven, terwijl voor enkele gevallen de politie toezegging gaf, tegen nieuwe ver vuiling der pakhuisjes te zullen waken. binnen, terwijl voorbijgangers den fijnen keislag in het gezicht kregen. Nadat dezerzijds was verzocht, ten spoedigste maat regelen te nemen tot opheffing van dien hinder, is de belofte ontvangen, zeilen te spannen voor het opvangen van het ge vormde stof. Voorts werd medegedeeld, dat het in de bedoeling lag het werkterrein te omheinen. Nog een aantal andere klachten over pakhuizen, visch- winkels, groenten- en fruitopslagplaatsen, poelierszaken e. d. hebben de bemoeiingen der Commissie vereischt. Voor zoover de klachten gegrond bevonden zijn heeft de tusschenkomst der Commissie of van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht de verlangde resultaten opgeleverd. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 251