12
16
Den 29sten Juni vereenigde de Raad zich met het plan, zonder
dat daarin wijziging was gebracht. Gedeputeerde Staten ver
leenden er hunne goedkeuring aan op 31 Augustus d.a.v.
overweging te moeten geven te besluiten, tot wijziging van
het onderhavige voorstel, met inachtneming van de boven
uiteengezette bezwaren.
De ter toelichting ontvangen teekeningen doen wij U
hierbij wederom toekomen.”
Op 3 Maart hebben Gedeputeerde Staten een beslissing ge
nomen in zake de tegen de bebouwingsverordening, deel uit
makende van het uitbreidingsplan „Leyenburg”, ingebrachte
bezwaren, welke op 25 Augustus 1930 in openbare vergadering
van dit College waren behandeld. In verband met de wijziging,
die de verordening bij Raadsbesluit van 22 December 1930 had
ondergaan, werden die bezwaren niet gegrond geacht en is bij
hetzelfde besluit goedkeuring verleend aan het uitbreidingsplan,
waarvan de bebouwingsverordening deel uitmaakte.
Op denzelfden datum verleenden Gedeputeerde Staten ook
goedkeuring aan het plan van uitbreiding „Binckhorst”, na op
het daartegen ingediende bezwaarschrift van een belanghebbend
grondeigenaar afwijzend te hebben beschikt.
De uitbreidingsplannen „Moerweg”, „Rustenburg-Oostbroek”
en „West” verwierven met de erbij behoorende bebouwings- en
gebruiksverordeningen alle in den loop van dit verslagjaar de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten, nadat bij Raadsbesluit
van 19 Januari 1931, ter tegemoetkoming aan bezwaren van
evengenoemd College, in de redactie van de er van deel uitma
kende verordeningen wijzigingen waren aangebracht, overeen
komende met die, waarmede de Raad zich op 22 December 1930
ten aanzien van de bij het plan „Leyenburg” behoorende ver
ordening vereenigd had.
Melding moge hier nog worden gemaakt van den aankoop
door de Gemeente van het „Badhotel Wilhelmina” te Kijkduin,
waarvan de eindelijke goedkeuring van het plan „West” het
gevolg was.
Ook de bebouwing van de terreinen, gelegen ten Zuid-Westen
van de Keizerstraat te Scheveningen is bij verordening geregeld.
Het oordeel der Gezondheidscommissie hierover was gevraagd
bij schrijven van 19 December 1930. Den 20sten Januari d.a.v.
deelde de Commissie aan Burgemeester en Wethouders mede,
dat in haar midden tegen het voorgestelde geen bezwaren waren
gerezen. Op 29 Juni hechtte de Raad zijn goedkeuring aan de
verordening, waarna deze op 12 September afgekondigd is.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.