12 23 Wijziging Bouw- en Woonverordening. Bericht op schrijven van 18 Aug. 1931. Ag. No. 13781, Afd. S. en B. „Bij nevenaangehaald schrijven zond Uw College ons voor advies een voorstel tot wijziging van de Bouw- en Woon verordening. In het slot van dat schrijven werd speciaal verzocht, het oordeel onzer Commissie te doen kennen over de toelaatbaarheid van vrijstelling in sommige gevallen - van de verplichting tot het aanbrengen van een tweede W.C. in woningen, waarin op de badkamer reeds een watercloset geplaatst werd. Het wil onze Commissie voorkomen, dat de mogelijkheid tot het verleenen van een dergelijke vrijstelling niet uitge sloten moet worden. In zeer kleine woningen toch, als b.v. éénpersoonsflats, zal met één, in de badkamer zich bevindend, privaat zonder eenig bezwaar kunnen worden volstaan. tijds ter zake uitgebracht advies. Zij verklaarde derhalve, na omtrent de redactie, die Burgemeester en Wethouders thans aan art. 98 dachten te geven, nader te zijn ingelicht, zich er volkomen mede te kunnen vereenigen, dat aan de 1ste para graaf van art. 98 een 3de lid werd toegevoegd, luidende: „De vergunningen kunnen alleen geweigerd worden, indien niet voldaan wordt aan de voorschriften van deze verordening of aan op grond van deze verordening nader gestelde eisehen.” De Raad vereenigde zich met het voorstel op 14 December. Den 18den Augustus richtten Burgemeester en Wethouders een schrijven aan de Gezondheidscommissie, waarin het oor deel werd gevraagd over in overweging genomen wijzigingen van de artt. 39, 40, 41 en 100 der Bouw- en Woonverordening. De bedoeling was in de verordening voorschriften op te nemen, waaraan badkamers dienen te voldoen, daar uit een oogpunt van veiligheid de wenschelijkheid daarvan was gebleken. Van deze gelegenheid zag de Directeur van het Gemeentelijk Bouw en Woningtoezicht gaarne gebruik gemaakt, om ook wijziging te brengen in de bepalingen, geldende ten aanzien van privaten. In het bijzonder wenschten Burgemeester en Wethouders het oordeel der Commissie te vernemen over de vraag, of in som mige gevallen vrijstelling toelaatbaar te achten is van het voor schrift eener afzonderlijke W.C. buiten de badkamer. De Commissie zond haar advies op 8 September in. Dit luidde: VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 262