12 30 130 en Lamgroen 33 en 48, op 11 Augustus ontvangen is. Den 8sten September liet de Commissie aan Burgemeester en Wethouders weten, dat zij zich met die voorstellen kon veree- nigen. De Raad hechtte er zijn goedkeuring aan in zijn zitting van 2 November. Gedeputeerde Staten hebben op 13 Januari te niet gedaan de bij Raadsbesluit van 10 November 1930 uitgesproken onbewoon- baarverklaring van de perceelen Loggerstraat 3 en 5 en die van Stuurmanstraat 5 gehandhaafd. Bij beslissing van 19 Januari handhaafde dit College de onbewoonbaarverklaring van Logger straat 20, 86, 92 en 94, Ooststraat 12 en 14 en Stuurmanstraat 4 en 6, waartoe de Gemeenteraad eveneens den lOden November 1930 besloot. 2 Februari volgde een beschikking van hetzelfde College, waarbij ongegrond verklaard werd de gevraagde voor ziening tegen het besluit van den Raad van ’s-Gravenhage van 10 November, waarbij onbewoonbaarverklaard werden de wonin gen Kerklaan 22 t/m 46 (even no’s). De openbare vergaderingen van Gedeputeerde Staten, ter behandeling van de tegen de onbewoonbaarverklaringen inge- Wat de hofjeswoningen aan den Z.O. Buitensingel betreft, die naar het oordeel der Commissie voor onbewoonbaarver klaring in aanmerking dienden te komen en waarover de Com missie op 16 December 1930 aan den Directeur van het Gemeente lijk Bouw- en Woningtoezicht had geschreven zie vorig jaar verslag kan worden medegedeeld, dat de eigenaresse de perceeltjes aan hunne bestemming als woning heeft onttrokken, waardoor een voorstel tot onbewoonbaarverklaring overbodig werd. Eigenaresse en bewoners van de perceelen Bakkerstraat 76, Slijkeinde 51, 53, 59, 73 en 77. Breedstraat 32, 34 en 54 en Ge dempte Sloot 147, 149 en 151 verzochten Burgemeester en Wet houders om den termijn van ontruiming van voormelde per ceelen, die alle bij Raadsbesluiten van 2 September 1930 onbe- wocnbaarverklaard waren, met zes maanden te willen verlengen. De Commissie, van oordeel zijnde, dat nu de woningnood hier ter stede behalve ten aanzien van de Scheveningsche visschers- bevolking opgeheven is, van haar niet kan worden verwacht, dat zij zich met een voorstel tot inwilliging der verzoeken zou kunnen vereenigen, adviseerde op 1 Juli hierop afwijzend. De Raad heeft in 1931 nog geen beslissing op de verzoekschriften genomen. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 269