12
44
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
Tocht in tramwagens.
Den 27sten December 1930 was bij de Commissie geklaagd
over tocht, als gevolg van het omlaag zakken der ramen tijdens
Een alleszins gegrond bevonden klacht over bevuiling eener
villa door duiven onder Hoofdstuk III B vermeld deed de
Commissie besluiten om andermaal een verzoek van ongeveer
gelijke strekking tot het Gemeentebestuur te richten. Zij schreef
op 18 November aan Burgemeester en Wethouders:
„Bij schrijven van 19 Maart 1931 verzochten wij Uw College
te willen bevorderen, dat in de Bouw- en Woonverordening
en in de Algemeene Politieverordening bepalingen zouden
worden opgenomen, die ten doel hebben, te waken tegen hinder
en overlast, die door omwonenden ondervonden wordt door
het houden van huisdieren.
Tot ons leedwezen berichtte U ons daarop bij schrijven
van 18 Augustus 1931, Ag. No. 7169, Afd. K. Z. dat voor
wijzigingen, als door ons werden aanbevolen, naar het oordeel
van Uw College nog geen voldoende aanleiding aanwezig
moest worden geacht.
Inmiddels bereikten onze Commissie andermaal klachten
over hinder van de aangegeven soort, o.a. een over het in
erge mate bevuilen van een villa aan den Scheveningscheweg
door duiven, welke in den tuin eener aangrenzende villa
worden gehouden.
Bij onderzoek bleek die klacht alleszins gegrond. Het wil
ons voorkomen, dat ook uit een welstandsoogpunt het treffen
van maatregelen tegen een wantoestand, als hier werd gecon
stateerd, niet achterwege mag blijven.
Nu in verband met de inwerkingtreding der gewijzigde
Woningwet binnenkort een algeheele herziening van de
Bouw- en Woonverordening zal moeten plaats vinden, meenen
wij, dat tegen het opnemen daarin van een of meer bepalingen,
waarmede aan een euvel, als boven beschreven, zou kunnen
worden tegemoet gekomen, geen overwegende bezwaren kun
nen bestaan. Nogmaals zouden wij daarom Uwe aandacht
willen vragen voor den inhoud van onzen, in den aanhef van
dit schrijven vermelden, brief.
Behalve het daarin voorgestelde moge nog in overweging
worden gegeven, het houden van duiven in bepaalde gedeelten
der gemeente te verbieden of slechts onder bepaalde, door
Uw College voor ieder geval op zichzelf aan te geven, voor
waarden toe te laten.
Onze Commissie zou het zeer op prijs stellen, een gunstig
antwoord op bovenstaand verzoek te mogen ontvangen.”
Dit antwoord bleef tot dusverre uit.