il
I Q
12
56
Totaal
g
Je
•s
K
Het totaal aantal sterfgevallen 1) bedroeg 4344, tegen 4006 in
1930, waaronder respectievelijk 301 en 300 kinderen beneden den
leeftijd van één jaar.
De bevolking van ’s-Gravenhage bestond op 1 Jan. 1932 uit:
mannen206 513
vrouwen2431(M)
449 613 2)
In de laatste tien jaren was de totale sterfte onder de
werkelijke bevolking, berekend per 1000 inwoners, voor deze
gemeente en voor het geheele rijk:
=C I
De in deze gemeente aangegeven sterfte onder de kinderen
beneden den leeftijd van één jaar (onverschillig of die kinderen
al dan niet tot de werkelijke bevolking van ’s-Gravenhage be
hoorden) bedroeg in de verschillende maanden van 1931 op de
1000 levendgeborenen:
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
1922 1923
9.8
Maanden.
Maanden.
51.8
28.9
27.1
33.8
39.7
1931
27.2
39.4
46.9
35.8
56.-
’s-Gravenhage
Het Rijk
9.3
9.9
9.-
9.5 1
9.- 8.8
9.6 9.8') 10.3
10.4
10.7
8.9
9.1
9.8
11.5
0
O
o
0
0
bc
0
C
fl
-U
o
o
9.8
8.9
10.4
13.3
17.7
10.-
12.2|
S
c.
o
02
CJ
O
o
a
o>
02
9.-
10.3
15.1
12.-
11.6
10.-
10.2
u
os
o!
9.5
9.6
11.6
10.2
12.5
9.5
9.3
11.-
11.4
9.-
9.4
10.1
9.-
9.1
8.7
8.8
8.5
7.8
8.4
8.4
7.4
8.2
8.4
8.4
8.4
8.8
8.6
9.1
8.9
8.3
9.1
9.7
11.4
10.9
18.6
9.1
11.8
9.1
10.6
9.2
11.1
10.5
9.6
10.8
7.7
7.4
7.6
7.6
7.1
7.4
8.6
9.4
9.1
8.9
8.7
9.6
9.5
9.4
9.-
8.8
9.8
9.5
10.4
8.9
9.7
9.6
9.8
10.3
9.6
10.7
9.1
9.7
1924 11925(1926 1927(19281929^1930 1931
51.8
i
i
q
i) Met inbegrip van de sterfte der kinderen, die bö de geboorte leefden, doch vóór
de aangifte overleden zjjn.
2) Voorloopig cijfer.
26.4) 48.3
9.7
9.7
en voor de verschillende maanden van de jaren 1925, 1926, 1927,
1928, 1929, 1930 en 1931:
8.3
6.7
6.9
7.8 7.3
7.7
7.9
8.1
6.7
8.4j 8.8
>-s
7.3
6.9
8.-
3b
B.
«C i S3
1925
1926
1927
1928')
1929
1930')
1931