By lage 13
1
VERSLAG betreffende den toestand van de werken en
den uitslag van de exploitatie der Duinwaterleiding
van ’s-Gravenhage over het jaar 1931.
I. BEHEER EN REGELINGEN.
Aan het begin van het verslagjaar was de Commissie van Commissie van
Bijstand in het beheer der Duinwaterleiding samengesteld uit Bjjstand.
Mr. J. A. de Wilde, Wethouder voor de Financiën en de Ge
meentebedrijven, E. Viskoper Szn., J. J. Muijlwijk, W. Eijmers
en Mejuffrouw L. P. M. Loeff.
In de vergadering van den Gemeenteraad van 7 September
werden tot lid der Commissie benoemd de heeren W. Eijmers,
W. Mooijman, W. L. Luberti en A. Folmer. De Wethouder voor
de Gemeentebedrijven F. N. V. Quant is den daarop volgenden
dag als voorzitter opgetreden.
Aan den referendaris Mr. Dr. J. H. Labberton bleef het
secretariaat opgedragen.
Het bij Raadsbesluit van 2 December 1930 vastgestelde Tarief,
nieuwe duinwatertarief (Duinwatertarief 1931) trad 1 Juli 1931
in werking. Een belangrijke wijziging in de leveringsvoorwaar
den: invoering van het nietertarief, kwam er door tot stand. De
tot dusver opgedane ervaring heeft de goede verwachtingen,
die met de verandering werden gekoesterd, niet beschaamd. Met
name wordt het beginsel der berekening door de waterver
bruikers thans beter begrepen dan vroeger, terwijl de drie-
maandelijksche invordering der gelden voor het overgroote deel
der aangeslotenen een vergemakkelijking is gebleken, wat het
nakomen hunner geldelijke verplichting betreft.
Ook de nieuwe bepalingen in gevallen van niet-tijdige beta
ling (artikel 14, al. 3) zijn doeltreffend bevonden.
De berekende verlaging van inkomsten door de nieuwe rege
ling f 200.000,per jaar), werd door de werkelijke uit
komsten nog iets overtroffen.