13 2 PERSONEEL. II. a. 187 III. TOESTAND DER WERKEN. Regenval. Grondwater standen. 150 10 8 19 56 20 30 74 Het personeel bij de Duinwaterleiding was op den 31en De cember van het verslagjaar als volgt samengesteld: Ambtenaren: in vasten dienst: Directeur en technisch personeel Administrateur en administratief personeel Inspecteurs, controleurs, meteropnemers en bedienend personeel b. in tijdelijken dienst a. Watervang. De neerslag bedroeg gedurende het verslagjaar 659 mm (in 1930: 741,2); het gemiddelde der in de laatste 25 jaren aan het Pompstation gemeten regenhoeveelheden is 741,5 mm. De droogste maand was Maart met 17,2 mm, de natste Juli met 121,3 mm; het maximum binnen een etmaal was dit jaar 23 mm, nl. op 6 September. Van het totaal in 1931 viel in de achtereenvolgende kalender kwartalen: 23,5, 21,7, 40,5 en 14,3 (voorgaand jaar: 10,0, 9,8, 43,4 en 36,8 Was dus gedurende het verslagjaar de betrekkelijk geringe neerslag gunstiger verdeeld dan in 1930, daartegenover staat, dat van den in het derde kwartaal overvloedig gevallen regen wegens verdamping enz. naar verhouding weinig aan het grond water ten goede kwam. Het is daarom en ook, omdat het laatste kwartaal bijzonder droog was, te verklaren, dat de grondwaterstanden aan het einde van het verslagjaar algemeen lager waren dan aan het begin er van. Berekend op denzelfden grondslag als in de 180 Bovendien waren 8 personen als reserve-meteropnemer en 1 op arbeidscontract bij het Bedrijf werkzaam. Werklieden: in vasten dienst in tijdelijken dienst in lossen dienst jongmaatjes VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 304