13
3
vorige jaarverslagen, bleek die verlaging als gemiddelde van
65 peilputten, welke niet direct onder invloed van bijzondere
afpompingen e.d. stonden, bijna 31 cm te bedragen (tegenover
een stijging van bijna 37 cm in 1930).
De verlenging van sprank A (of oostelijke hoofdader) werd Verlenging van
in September voltooid, toen de verbinding met put X van de sprank A.
transportleiding tot stand kwam. Van de gedurende het ver
slagjaar in totaal gelegde 387 m werden volgens de gewone
constructie 202 m in gewapend-betonnen buizen (met 10 daarop
aangesloten bronputten tot een einddiepte van 17,5 m D.P.)
en 185 m als gegoten-ijzeren leiding uitgevoerd.
Acht putten, F tot en met N, in 1930 in de ingraving der Waterwinning
oostelijke hoofdader op Meijendel geboord, met filterstanden tot diepere lagen,
een grootste diepte van 38,50 m D.P., werden gedurende het
verslagjaar afgewerkt en met de horizontale draineerleiding
verbonden.
Een aanvang werd gemaakt met het leggen van een (defini
tieve) persleiding, om de pompinstallatie van de bronnenrij op
het terrein, oostwaarts van den Pompstationsweg, rechtstreeks
met de toevoerleiding van de voorfilters in verbinding te
brengen, zulks ter vervanging van de (voorloopige) afvoer-
leiding dezer installatie naar sprank M.
Om het maken van soortgelijke putten met de bijbehoorende
werken, ook op Meijendel zuidwaarts van het landhuis „Wil-
friede” (voormalig Rijksradiostation) voor te bereiden, werd
aan het begin van het verslagjaar overgegaan tot de noodige
ontgravingen. Rond 50-000 m3 werden daartoe door middel van
autotractie verwijderd, ten nutte van den Dienst der Gemeente
werken.
Met eenzelfde doel werd ook meer noord-oostelijk, in den
Kijfhoek, aangevangen met ontgravingen. Hier geschiedde dit
met behulp van arbeiders, die door bemiddeling van het Ge
meentelijk Bureau voor Werkverschaffing waren aangewezen,
door het vormen van storten, met een grondverzet, dat aan het
einde van het verslagjaar rond 35.000 m3 omvatte.
De pompinstallatie nabij put XXII der westelijke hoofdader, Werkperiode
aan het zg. „Kruispunt”, was van 26 Mei tot 4 September in hulppomp
dienst (in 1930 van 2 Juni tot 20 September). „Kruispunt”.
Ook in 1931 werd zoowel gedurende het eerste als het tweede Chlooronderzoek
deel van het jaar een chlooronderzoek ingesteld voor het water draineerputten.
van (ditmaal) gemiddeld 180 draineerputten. De uitkomsten
ervan gaven een zelfde mate van bevrediging als in het vorige
verslagjaar.
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.