14 3 bad. schoolbaden. van 5 Mei 1931 door het Bestuur ook voor het jaar 1931 aan de Gebr. J. J. en K. L. van der Meer, exploitanten van het badhotel aldaar, opgedragen. Bij schrijven van 12 Mei 1931 deelden Bur gemeester en Wethouders als antwoord op een desbetreffend door het Bestuur gedaan verzoek mede, dat na afloop van het zomerseizoen 1931 overwogen zou worden, op welke wijze de inrichting van dit zeebad verbeterd zou kunnen worden. Aan het einde van het verslagjaar was dienaangaande nog geen be slissing genomen. Ook de kleedgelegenheid in het Zuiderzwembad onderging b. Zuiderzwem- een verbetering. De heerenafdeeling, welke belangrijk meer bezoek trekt dan de damesafdeeling, werd met 58 nieuwe kleed- cellen uitgebreid. Voorts werd de rijwielbergplaats in deze inrichting aanmerkelijk vergroot. Door het steeds toenemend gebruik, dat men van het badhuis c. Volks- en aan de Torenstraat maakt, was het noodig een nieuwe wacht ruimte in te richten. Verder werd de warmwaterinstallatie in dat badhuis door het vergrooten der spiralen in de 4 boilers verbeterd. In het volks- en schoolbad aan de Hemsterhuisstraat werden de waterreservoirs vergroot. Ten slotte werd op eenige badinrichtingen, welke min of meer verscholen liggen in stille straten, of waarvan de gevels den aard der inrichting niet duidelijk genoeg kenmerken, door het aanbrengen van lichtreclames of op andere wijze de aan dacht van het publiek gevestigd. De staat op de volgende bladzijde geeft een overzicht van het Bezoek aan de aantal in 1931 in de verschillende bad- en zweminrichtingen inrichtingen, verstrekte baden. VERSLAG VAN DE STICHTING „CENTRAAL BADBEHEER”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 336