14
5
i) Het schoolzwemonderricht hierin niet begrepen.
Oprichting
nieuwe bad- en
zweminrich
tingen.
rieven en ope
ningstijden.
Een vergelijking met het jaar 1930, waarin in de badhuizen
te zamen 302023 kuip- en stortbaden en 244170 schoolkinderbaden
werden genomen, geeft alzoo een vermeerdering van onder
scheidenlijk 60205 en 20649 of in totaal 80854 baden.
Ten gevolge van de voor de zomerbedrijven minder gunstige
weersgesteldheid werden in het Volkszeebad te Scheveningen
slechts 156588 baden verstrekt tegen 203960 in 1930. Voor het
Zuiderzwembad waren deze cijfers onderscheidenlijk 101374 en
123231. 1)
In October besloot het Bestuur met goedkeuring van Burge
meester en Wethouders aan werkloozen en hun gezinnen in be
paalde inrichtingen op de eerste vier dagen van de week koste
loos een stortbad te verstrekken. Deze baden zijn vermeld onder
de „stortbaden kosteloos”.
In den loop van het jaar werd een nieuw „Reglement voor Reglement, ta-
de Gemeentelijke Badhuizen” vastgesteld en werden de tarieven
en openingstijden door Burgemeester en Wethouders goedge
keurd.
De in het vorige verslag vermelde tarieven werden daarbij
aangevuld met „jeugdkaarten a f 0,75 voor 10 stortbaden”. Hier
van werd nog niet zooveel gebruik gemaakt als verwacht en
wenschelijk was.
Voorts werden voor het Zuiderzwembad seizoenkaarten
a f 6,beschikbaar gesteld.
Naar aanleiding van de door de Stichting aan het eind van
1930 uitgebrachte adviezen over de door Burgemeester en Wet
houders ontvangen adressen betreffende den bouw van nieuwe
bad- en zweminrichtingen is het volgende besloten.
a. Volks- en schoolbod aan de Tesselschestraat.
Alvorens een voorstel aan den Raad te doen om voor den
bouw van dit bad gelden beschikbaar te stellen, wenschten Bur
gemeester en Wethouders nog te overwegen, of het -wenschelijk
zou zijn daaraan een wasch- en/of drooginrichting te verbinden.
Deze vraag was aan het einde van het verslagjaar nog in
onderzoek.
b. Badhuis aan de Paets-van-Troostwijkstraat nabij de Jan-van-
d er-Heijden straat.
De Gemeenteraad stelde in zijn vergadering van 12 October
1931 gelden beschikbaar om dit badhuis te voltooien.
c. 3e Overdekt zwembad.
De Gemeenteraad verklaarde zich in zijn vergadering van
13 Juli 1931 in beginsel bereid, aan de N.V. „De Sportfondsen”
medewerking te verleenen voor het tot stand brengen van een
overdekte zweminrichting op den in het voorstel van Burge
meester en Wethouders dd. 23 Juni 1931 (Bijlage no- 390) nader
omschreven voet.
VERSLAG VAN DE STICHTING „CENTRAAL BADBEHEER”.