f
30
Van de in het huwelijk getreden
Het aantal huwelijken van Nederlanders met Nederlanders
bedroeg 3 232 (88,8 pCt.), dat van Nederlanders met vreemde
lingen 340 (9,3 pCt.) waaronder 228 met Duitschers, 19 met
Belgen en 47 met Oostenrijkers dat van vreemdelingen met
vreemdelingen 69 (1,9 pCt.).
Het aantal ingeschreven huwelijksakten van Nederlanders,
wier huwelijk in het buitenland was gesloten, bedroeg 35.
Van de 3 641 huwelijken werden 54 bij volmacht gesloten,
terwijl het 11 maal een tweede huwelijk van dezelfde personen
betrof.
Op 31 December waren onbezoldigd Ambtenaar van den
Burgerlijken Stand de heeren: M. Joëls, lid van den Raad;
Het volgende staatje geeft voor de bovenstaande aantallen
personen, die met een persoon van een ander geloof of andere
overtuiging in het huwelijk traden, de verdeeling naar mannen
en vrouwen, absoluut en in procenten.
Naar den leeftijd waren de in 1931 gehuwde personen als
volgt verdeeld:
>5
H
n
3 641 (100,- pCt.)
3 641 (100,- pCt.)
Totaal
Nederd. Hervormden
Roomsch-Katholieken
Personen zonder godsdienst
Gereformeerden
Evang. Lutherschen
Israëlieten
pCt.
J,
H
392 (56,2
141 (37,9
61 (46,9
164 (75,9
20 (47,6
,7
7?
439
1 659
838
327
127
110
65
43
15
13
4
1
97
1 399
1 143
376
196
136
96
74
55
33
23
9
4
21—25
26—30
31—35
36—40
41—45
46—50
51 55
56—60
61—65
66-70
71-75
76-80
698 31,9
372 33,9
130 31,6
216 78,8
42 28,4
902 of 30,4 pCt. met anderen
H
16—20 jaar
2 968 Nederd. Hervormden huwden dus
2 188 Roomsch-Katholieken
1 096 pers, zonder godsd.
412 Gereformeerden
274 Evang. Lutherschen
148 Israëlieten
Vrouwen.
(12,1 pCt.)
(45,6
(23,-
9,-
3,5
3,-
1,8
1,2
0,4
0,3
0,1
Mannen.
2,7
(38,4
(31,4
(10,3
5,4
3,7
2,7
2,-
1,5
0,9
0,6
0,3
0,1
Mannen.
498 (55,2 pCt.)
306 (43,8
231 (62,1
69 (53,1
52 (24,1
22 (52,4
Vrouwen.
404 (44.8 pCt.)
n