17
47
onderhoud.
In de verslagperiode is bij één der Vereenigingen een geval
van frauduleus handelen geconstateerd. Het beheer der andere
Vereenigingen heeft in het algemeen voldaan aan de daaraan
gestelde eischen.
Evenals in vorige jaren werd toegezien, dat de onderhouds- Controle op het
werken aan de in exploitatie zijnde woningen, overeenkomstig onderhoud,
de onderhoudsbegrootingen en voor zoover noodig in over
leg met den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting
werden uitgevoerd.
Meerdere malen is gebleken, dat voor onderhoudswerken te
hooge prijzen werden berekend, in verband waarmede, met in
stemming of op verzoek van verscheidene Besturen, voor onder
houdswerken van eenigen omvang, omschrijvingen van de te
verrichten werkzaamheden werden verstrekt, aan de hand
waarvan concurreerende prijsopgaven werden gevraagd.
Bij de uitvoering van dergelijke werken werd toegezien, dat
deze goed en overeenkomstig de omschrijving werden verricht.
Zooals in den aanvang van dit hoofdstuk is vermeld, werden Exploitatie-
300 Vereenigingswoningen voltooid; tevens kwamen dit verslag- cijfers,
jaar in exploitatie de 75 woningen vermeld in het verslag 1930,
zoodat het totaal aantal woningen in exploitatie steeg van 5909
tot 6284; het aantal bewoners van 21.668 tot 22.525.
De tabellen VII en VIII geven een overzicht der in exploi
tatie zijnde woningen, respectievelijk naar de ligging der com
plexen en naar de huurwaarde.
Zooals uit deze staten blijkt, was het gemiddeld aantal
bewoners per woning het laagst in complex ,,’s-Gravenhage II”
met 2,72 en in de huurklasse f 5,tot f 5,50 met 2,80. De hoogste
cijfers hiervoor worden aangetroffen voor het He complex van
„Verbetering zij ons Streven” (5,43) en in de huurklasse f 7,50
tot f 8,(5,39); het gemiddelde voor alle woningen te zamen
bedraagt 3,66 (vorig jaar 3,73).
Op 31 December was het percentage onverhuurd het hoogst
bij het complex II van „Ons Huis” (L.) (7,14), terwijl er een 16-tal
complexen is, waarbij op datzelfde tijdstip geen woningen onver
huurd waren.
In het overzicht naar de huurklassen wijst de groep f 7,
tot f 7,50, evenals het vorige jaar, het hoogste percentage onver
huurd aan. In de laagste huurklasse, welke voorkw’am f 4,
tot f 4,50 was wederom geen enkele woning onbewoond.
Het gemiddelde van onverhuurd voor alle woningen te zamen
bedraagt 1,80 (vorig jaar 1,43).
Bovengenoemde tabellen geven verder te zien de cijfers be-
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.