18 5 met 1 kind, 2 kinderen, scherswoningen door duurdere woningen. 2,- 3,- 4- 5,- 6,— en hooger sa ri eering op de woningbehoefte te Sehevenin- gen. 3 4 5 6 77 100 19 Deze woningen werden in hoofdzaak bewoond door visschers- gezinnen. Van de 264 woningen waren er nl. bewoond: 188 door vissehers, 71 door Scheveningers, die in andere bedrijven dan de visscherij werkzaam zijn en 5 door niet-Scheveningers. Voor een groot gedeelte zijn het kinderrijke gezinnen, die in deze woningen zijn gehuisvest. De samenstelling dezer gezinnen was als volgt: woningtoestanden aldaar. Enkele dier gegevens mogen hier onder een plaats vinden. Van 13 Maart 1922 tot 10 November 1930 zijn 574 woningen te Invloed der Scheveningen onbewoonbaar verklaard; hiervan waren op 1 No vember 1931 nog 62 bewoond. Het complex ten zuid westen van de Keizerstraat, tot ont eigening waarvan (ten behoeve van saneering) door den Ge meenteraad op 29 Juni 1931 werd besloten, omvatte op 1 Novem ber 1931 264 bewoonde woningen en wel: 7 woningen van een huurwaarde van f 1,tot f 2,— per week, 2,- 3, 4,— 5,- 6, Vermindering van het aantal goedkoope visscherswoningen Vervanging vis- is uiteraard het gevolg van onbewoonbaarverklaring en sanee ring. Indien in de plaats van deze afgeleefde woningen nieuwe van een geheel ander en veel duurder type worden gebouwd, heeft zulks uiteraard in verband met de woningbehoefte der visschersbevolking bedenkelijke gevolgen. Dit is een verschijn sel, dat in verband met de woningbehoefte der minder draag krachtige gezinnen ernstig de aandacht verdient. Uit het volgende overzicht van een aantal in den laatsten tijd door particulieren gebouwde nieuwe woningen blijkt, dat in plaats van de goedkoope krotten (grootendeels onbewoonbaar verklaarde woningen) door het particulier initiatief vrijwel uitsluitend middenstandswoningen werden gesticht. 37 gezin(nen) zonder kinderen, 52 46 35 36 24 14 14 2 3 1 VERSLAG VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER. 8 9 11 51 10 w

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 479