I 18 7 bedoelde 23 gezinnen huurden een Gemeentewoning. Van deze 11 gezinnen werden er 3 geplaatst in voor visschers bestemde woningen van f 3,60 en huurden 8 uit nood een duurdere Gemeentewoning van f 5,45 per week. Van deze laatste zijn er reeds 3 weer verhuisd, omdat ze de huur niet konden betalen; de 5 overige hunkeren naar een goedkoopere woning, welke zij niet kunnen vinden. 12 van bedoelde 23 gezinnen huurden een particuliere woning, waarvan 7 oude, slechte visscherswoningen 1 hiervan is in middels onbewoonbaar verklaard voor huren van f 2,a f 3,75 per week en 5, tot het meer gegoede deel der Schevening- sche bevolking behoorende, betrokken betrekkelijk goede wonin gen, meest eigendom van familieleden, van f 4,a f 4,85 per week. 16 van de 70 jonggehuwden, die bij anderen gingen inwonen, konden zelfs geen kamer vinden en gingen bij hun ouders in den kost. In 1 geval bleven zij gescheiden bij de respectieve ouders wonen. In 3 gevallen hadden de ouders geen kinderen meer thuis, zoodat de jonggehuwden alleen op zolder konden slapen en de ouders beneden. In 6 gevallen kon een gescheiden slaapplaats in een slaapkamertje, zolder of overloop worden afgestaan, zij het dan ook ten koste van de slaapgelegenheid der overige gezinsleden; deze gezinnen bestonden respectievelijk uit 10, 7, 6, 6, 5 en 5 personen. Van de 16 bovenbedoelde jonggehuwde paren waren er 6 genoodzaakt hun slaapgelegenheid met andere gezinsleden te deelen. Hun ouders woonden in oude visscherswoningen, be staande uit kamer en zolder, al of niet met keuken. De slaap gelegenheid dezer 6 paren was als volgt: in 1 geval sliepen zij in een vertrek, waarin nog 7 volwas senen en 3 kinderen huisden; hier had ook de bevalling der jonge vrouw plaats; in 1 geval deelden de jonggehuwden den zolder met 7 kinde ren van 520 jaar; in 1 geval sliepen zij op zolder met 2 broers van 25 en 22 jaar en 2 zusters van 18 en 15 jaar; in 1 geval sliepen zij op zolder met 2 broers van 24 en 18 jaar en 1 zuster van 20 jaar; in 2 gevallen werd de zolder gedeeld met een broer. Van de 54 jonge gezinnen, die na hun huwelijk in onderhuur gingen wonen, betrokken er: 9 een kamer met gemeenschap pelijk gebruik van de keuken van den hoofdhuurder; 7 een kamer met gootsteen en kraan op den overloop7 een kamer met keuken; 16 twee kamers met gootsteen en kraan op den over- VERSLAG VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 481