55
heidsdienst (bijlage 38) en dat van de Gezondheidscommissie
(bijlage 12).
In de Gemeente waren op 31 December 1931 gevestigd: 499 Geneesheeren,
geneesheeren, 103 tandartsen en tandmeesters, 44 vroedvrouwen
en 74 apothekers.
voedingsmid
delen.
tandartsen,
vroedvrouwen,
apothekers.
Het aantal inspecties van bedrijven en winkels in de Gemeente Keuring van
door den Keuringsdienst van Waren voor het gebied ’s-Graven-
hage bedroeg 22 410, waarbij ter plaatse 72 467 monsters werden
gekeurd; bovendien zijn 24 947 monsters op het laboratorium
onderzocht. Afgekeurd voor consumptie werden 1190 partijen,
terwijl 184 processen-verbaal zijn opgemaakt.
Voor nadere bijzonderheden omtrent de verrichtingen van
den Dienst wordt verwezen naar het verslag daarvan (bijlage 10).
Door den keuringsdienst van het Openbaar Slachthuis wer
den, voor zoover ’s-Gravenhage betreft, afgekeurd 145 geheele
dieren, 950 kg vleesch en 1 168'/2 kg vet. Nadere gegevens treft
men aan op bladz. 6 e. v. van het verslag van het Slachthuis
(bijlage 11).
Op 29 Juni besloot de Gemeenteraad tot het aangaan van een
overeenkomst met de gemeente Voorburg, waarbij gerekend
te zijn ingegaan 1 Januari 1931 de jaarlijksehe bijdrage van
Voorburg in de kosten van vleeschkeuring werd vastgesteld
op f 2.000,
Door het Melkcontröle-Bureau „Den Haag" werd in totaal
32 000 000 liter melk gecontroleerd. Er werden in totaal 21366
monsters melk genomen. 1 059 eerste en 303 tweede waarschu
wingen werden verzonden.
In het Openbaar Slachthuis werden in totaal 128 993 dieren Slachthuis,
geslacht. Ingevoerd is in totaal 5 809 667 kg vleesch, vet en afval
(waarvan 4 882 362 kg uit het buitenland). De omzet van de
ijsfabriek van het Slachthuis bedroeg 1635 475 kg. Voor nadere
gegevens wordt verwezen naar Ihet verslag van het Openbaar
Slachthuis (bijlage 11).
Gedurende het jaar 1931 werd aangifte gedaan van 647 ge- Besmetteljjke
vallen van besmettelijke ziekten, waarvan: roodvonk 344, diph- ziekten,
therie 234, febris typhoïdea 26, paratyphus 31, meningitis cerebro-
spinalis epidemica 3, poliomyelitis anterior acuta 7 en ence
phalitis lethargica 2.
De roodvonkepidemie kan als afgeloopen worden beschouwd:
slechts 344 gevallen tegen 602 in 1930 werden bekend, terwijl
geen der patiënten is overleden. Het aantal diphtheriegevallen
daarentegen steeg aanmerkelijk (234 tegen 123 in 1930), terwijl
een grooter aantal meer ernstige gevallen voorkwam.
Door den Ontsmettingsdienst werden 656 ontsmettingen ver
richt van -woningen en goederen wegens in de Wet genoemde