J
F
23
5
In bijlage VI van de Maandcijfers over December 1931 van
het Gemeentelijk Statistisch Bureau zijn over de uitkomsten
der in October 1931 gehouden telling beschouwingen gegeven.
Uit de beschouwingen blijkt, dat de woningmarkt ongunstig
is voor de huurders in de lage huurklassen en dat er overigens
een ruime woningmarkt is.
Van den stand van de woningmarkt, voor zooveel betreft de
woningen van de arbeidende klasse en van den kleinen midden
stand, is elk kwartaal een overzicht verkregen door opneming
van het verloop der huren van bijna 4000 woningen.
De verzamelde gegevens werden bewerkt door het Statis
tisch Bureau en opgenomen in de Maandcijfers.
Ten behoeve van de woningstatistiek werd bij vestiging en
verhuizing van gezinnen binnen de Gemeente de wijziging van
de huren nagegaan, voor zooveel de particuliere woningen
betreft.
Een overzicht van de verkregen gegevens is opgenomen in
den hiernavolgenden staat. Daarbij zijn de huurklassen ver-
eenigd tot klassegroepen, eenigermate overeenkomend met den
maatschappelijken staat van de verschillende lagen der be
volking.
Percentsgewijze werd verhuizing en vestiging het meest
waargenomen in de klasse-groep van f 300 tot f 500 per jaar,
namelijk 15
In de laagste klasse-groep zijn, evenals verleden jaar, van
het gecontroleerde aantal percentsgewijze meer huren onge
wijzigd gebleven dan in de andere groepen.
Percentsgewijze van het gecontroleerde aantal kwamen ook
dit jaar in de groep van f 4,— p. w. tot f 300 p. j. de meeste
huurverhoogingen en in de groep f 800 p. j. en hooger de meeste
huurverlagingen voor.
Zoowel de verhoogingen als de verlagingen waren in alle
groepen, uitgedrukt in procenten van de gecontroleerde aan
tallen, aanmerkelijk lager dan in 1930.
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.