58
Wasscherijen.
Hinderwet.
Parken en plant
soenen.
Besmettelüke
veeziekten.
openbare
heid.
Bad- en Zweminrichting „De Regentes". Het aantal genomen
baden bedroeg 292 303. De ontvangsten bedroegen f 108.520,93, de
uitgaven f 108.387,22; batig saldo: f 133,71.
Badhuis H. T. O. Het aantal genomen baden bedroeg 70 008.
Badhuis van de Woningvereeniging van Trampersoneel voor
Volkshuisvesting. Het aantal genomen baden bedroeg 12 339.
Bij de Maatschappij „Zeebad Scheveningen" werden 109 841
buiten- en 2 359 binnenbaden genomen.
Blijkens het verslag van de Coöperatieve Wasscherij U. A.
sloot het boekjaar 1 Mei 193030 April 1931 met een batig saldo
van f 5.873,37.
Op 31 December 1931 hadden de plantsoenterreinen der Ge
meente een totale oppervlakte van 496.86.94 ha, terwijl de opper
vlakte van het Haagsche Bosch 106.00.00 ha bedraagt; per in
woner was alzoo 13,41 m2 beschikbaar.
Voor nadere gegevens betreffende de parken en plantsoenen
wordt verwezen naar het verslag van den toestand en de exploi
tatie der Gemeenteplan tsoenen (bijlage 15).
Zorg voor de De totale hoeveelheid door den Reinigingsdienst verzameld
rein- huisvuil bedroeg 391.392 m3, die van verzameld veeg- en markt-
vuil 37.402 m3. De oppervlakte der straten en wegen in het
reinigingsgebied bedroeg op 31 December 6.610.997 m2, de totale
lengte van het rioolnet 551.854 m.
Voor nadere gegevens wordt verwezen naar het verslag van
den Reinigingsdienst (bijlage 16) en naar bladz. 20 e.v. van het
verslag van den Dienst der Gemeentewerken (bijlage 24).
Het aantal door het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht
behandelde aanvragen in verband met de Hinderwet bedroeg
359; verleend werden 269 vergunningen.
Bijzonderheden hieromtrent treft men aan in het verslag van
genoemden Dienst (bijlage 23).
Vastgesteld werden een Verordening krachtens art. 4, le lid,
sub 3 der Hinderwet, betreffende het oprichten, hebben of ge
bruiken van slachterijen en andere inrichtingen (11 Mei) en
Verordeningen tot wijziging van de Verordeningen krachtens
art. 4, onder le en 2e van de Hinderwet (1 Juni).
In 1931 werden 10 aangiften gedaan van mond- en klauw
zeer, waartegen op last van den districts-veearts de vereischte
maatregelen werden genomen. Voor de besmettelijke veeziekten,
welke door den keuringsdienst van het Openbaar Slachthuis zijn
waargenomen, wordt verwezen naar bladz. 7 van het verslag
van dien Dienst (bijlage 11).