26 15 SCHEIDSGERECHT. verhooging der exploitatiekosten veroorzaken van circa f 15.000, terwijl anderzijds het vervoer tengevolge van de tijdsomstandig heden afnemende is. De resultaten over 1932 zullen dan ook be langrijk ten achter staan bij die over 1931. Het verslag van het Scheidsgerecht voor het personeel onzer Vennootschap luidt: In de samenstelling van het Scheidsgerecht bedoeld bij ar tikel 29 van het Algemeen Arbeidsreglement voor het personeel der Haagsche Tramweg Maatschappij, is door droeve omstandig heden in den aanvang van het jaar 1931 wijziging gekomen, door het overlijden van den plaatsvervangenden voorzitter Mr. H. M. A. Savelberg; het Scheidsgerecht heeft eenige malen onder de zeer kundige leiding van zijn onder-voorzitter vergaderd en bij die gelegenheden zijn eigenschappen als voorzitter mogen waar- deeren. Het heengaan van Mr. Savelberg is door allen die tot het Scheidsgerecht behooren ten zeerste betreurd. In de plaats van den overledene is tot plaatsvervangend voorzitter benoemd Mr. J. Limburg, Lid van den Raad van State, wonende te ’s-Graven- hage. Op 31 December 1931 bestond het Scheidsgerecht uit: Mr. B. C. J. Loder, voorzitter; Mr. J. Limburg, plaatsvervan gend voorzitter; Ir. H. C. C. van Rijsbergen en L. van Beekum, leden; Ir. P. H. V. Bongaerts en A. H. Pfundt, plaatsvervangende leden; Mr. J. H. Rolandus Hagedoorn, Secretaris en Mr. N. van Hasselt, plaatsvervangend Secretaris. In de navolgende gevallen is bij het Scheidsgerecht beroep ingesteld: 1. Een wegwerker was gestraft met één dag schorsing wegens misleiding, f 1,boete wegens een gelijksoortig feit, één dag schorsing wegens het niet opvolgen van gegeven bevelen en ontslag wegens het hardnekkig weigeren te voldoen aan hem gegeven bevelen. Het Scheidsgerecht vernietigde de beslissing ten aanzien van de eerste twee straffen, doch handhaafde de beslissing ten aan zien der twee laatstgenoemde straffen. 2. Een rijtuigpoetser was tot een geldboete veroordeeld als vergoeding van een deel der schade door de maatschappij ge leden, veroorzaakt door een beschadiging welke mede aan de schuld van den appellant te wijten zou zijn; het Scheidsgerecht heeft de beslissing der directie waarbij straf werd opgelegd ver nietigd, met bevel dat de straf uit het strafregister van appellant zou worden geschrapt. 3. Een bestuurder was gestraft met inhouding van één ver lofdag wegens het veroorzaken van een aanrijding; de beslissing

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 600