28 8 Schadevaring. Sleephellingen. Havengeld. f Duinwater. De grootste waterstand in de vaargeul werd waargenomen op 17 Januari en was toen 46 dm; dat is 21 dm boven N.A.P. of 13 dm boven gemiddeld hoogwater, terwijl de minste water stand werd genoteerd op 3 December, toen de diepte slechts 8 dm bedroeg, dat is 15 dm beneden N.A.P. of 7 dm beneden ge middeld laagwater. Gedurende het verslagjaar werd 23 maal door vaartuigen schade toegebracht aan de Gemeentelijke havenwerken. Van de gemaakte schade werd proces-verbaal opgemaakt, welke pro- cessen-verbaal werden doorgezonden naar den dienst der Ge meentewerken, die voor de verdere afwikkeling zorg droeg. De kosten voor herstel der aangebraehte schade werden in 16 ge vallen reeds door de betrokken reederijen voldaan. Het aantal gehellingde vaartuigen bedroeg 270, zijnde 26 vaartuigen minder dan in het voorgaande jaar. In dit totaal zijn begrepen 2 zeilloggers, die gedurende geruimen tijd op de helling gestaan hebben om verbouwd te worden tot motorlogger en een stoomtrawler, die verbouwd werd tot motortrawler. Evenals in vorige jaren werd naar aanvulling van werkzaam heden gezocht buiten het visschersbedrijf, ten einde, toen de vloot in zee was, het personeel loonend werk te verschaffen. Het tarief voor het ophalen en aflaten der vaartuigen bleef onver anderd. De ontvangsten aan havengeld bedroegen voor het verslag jaar in totaal f 20.820,01, waarvan f 1.622,95 werd gerestitueerd in verhand met de omwisseling van de tarieven Ba en E in andere. Voorts werd f 4,32 aan havengeld van het dienstjaar 1930 en f 5,15 aan vervolgingskosten ontvangen. was: 19.055,72 17.620,23 16.434,51 19.072,69 21.109,76 Het in vorige jaren ontvangen netto-bedrag 1930 1929 1928 1927 1926 In den loop van het verslagjaar werden 295 abonnementen genomen en wel: 40 volgens tarief Ba; 215 volgens tarief G; 34 volgens tarief E; 1 volgens tarief A; 4 volgens tarief H en 1 volgens tarief D2. In 36 gevallen werd, op grond van het Raads besluit van 19 Mei 1924, verminderde betaling toegestaan, aan gezien de betrokken vaartuigen elders hadden overwinterd. Per reis werd 401 maal betaald en wel: 20 maal volgens tarief Ba; 283 maal volgens tarief G; 57 maal volgens tarief A; 16 maal volgens tarief F en 25 maal volgens tarief D1. Er kwamen 1297 aanvragen in voor uitgifte van duinwater VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 670